Mestverwerkingsplicht: hoe zit het ook alweer?

Sinds 2014 zijn veehouders verplicht een deel van hun bedrijfsoverschot te laten verwerken. Bedrijven hebben meerdere manieren om aan de mestverwerkingsplicht te voldoen. Sluit tijdig, voor het einde van het kalenderjaar, de vereiste overeenkomsten af. In tegenstelling tot het stelsel van gebruiksnormen kunt u de verwerkingsplicht niet beïnvloeden door meer mest in voorraad te houden.

De verplichting om mest te laten verwerken, geldt alleen als er op uw bedrijf meer mest wordt geproduceerd dan u op uw grond mag uitrijden. In een nieuwsbrief van RVO zijn de belangrijkste punten van de mestverwerkingsplicht op een rij gezet.

Stijging verwerkingspercentages
Het percentage van het bedrijfsoverschot dat u moet laten verwerken, hangt af van de regio waarin uw bedrijf ligt. De regio’s zijn gelijk aan de concentratiegebieden die gelden voor de dierproductierechten. De percentages worden jaarlijks vastgesteld. In 2015 zijn dat: 50% voor regio zuid, 30% voor regio oost en 10% voor regio overig. Volgend jaar worden de percentages waarschijnlijk verder verhoogd.

Meerdere opties
Om aan de verwerkingsplicht te voldoen, zijn er meerdere mogelijkheden. Veehouders kunnen kiezen voor rechtstreekse mestafvoer naar een verwerker/exporteur (‘VDM met code 61’) of ze kunnen dit regelen via een intermediair/bewerker (‘3PO’). Een andere optie is het sluiten van een vervangende verwerkingsovereenkomst (‘VVO’) met een collega-veehouder. Bedrijven die hun volledige bedrijfsoverschot regionaal afzetten, zijn onder voorwaarden vrijgesteld van mestverwerking. Zij sluiten vooraf een regionale mestafzetovereenkomst (‘RMO’) af.

Optie	Wat?	Wanneer?	Hoe?
Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM)	Rechtstreeekse afvoer landbouwbedrijf naar verwerker of directe export	Uiterlijk 31 december	Insturen VDM naar RVO met opmerkingscode 61
Driepartijenovereenkomst(3PO)	Overeenkomst tussen landbouwer, mestbewerker/intermediair en mestverwerker	Uiterlijk 31 december	Melden bij RVO en overeenkomst bewaren in eigen administratie
Vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO)	Overeenkomst tussen veehouders (niet mogelijk tussen pluimeehouders en niet-pluimveehouders)	Uiterlijk 31 december	Melden bij RVO en overeenkomst bewaren in eigen administratie
Regionale mestafzetovereenkomst (RMO)	Rechtstreekse afvoer totale bedrijfsoverschot naar landbouwbedrijfVoorwaarden boer-boer	Uiterlijk 31 december	Insturen VDM en RVO met opmerkingscode 61 Overeenkomst bewaren in eigen administratie

Naast de uitzondering op de verwerkingsplicht bij regionale afzet geldt nog een aantal uitzonderingen: strorijke mest, mestafvoer naar grenspercelen, mestafvoer biologische bedrijven en afvoer paarden-, pony of pluimveemest voor champignon-substraateelt.

Voorraden tellen niet mee
De mestproductie voor de bepaling van het bedrijfsoverschot berekent u op dezelfde manier als bij het stelsel van gebruiksnormen. In tegenstelling tot de gebruiksnormen mag u de begin- en eindvoorraden mest niet meenemen in de berekening. Houd hier rekening mee en houd voldoende marge aan bij de dieraantallen en het BEX-voordeel waarmee u rekent. Voor melkveehouders geldt naast de regionale mestverwerkingsplicht overigens nog een extra verplichting om mest te verwerken als sprake is van groei.

Alfa is kennispartner van Melkvee.nl, het online platform voor melkveehouders. Wekelijks presenteren wij u het laatste nieuws op onze partnersite. Ook heeft Alfa, samen met Melkvee.nl, de Marge-Monitor Melkveehouderij ontwikkeld. Deze geeft in een oogopslag weer hoe de Nederlandse melkveesector er voor staat. Wilt u een gratis indicatie van de financiële positie van uw bedrijf? Ga naar www.melkvee.nl/margemonitor/mijn-situatie.