Arla doet voor het eerst halfjaarlijkse nabetaling

De prestatieprijs van Arla komt over de eerste zes maanden van dit jaar uit op 49,6 cent per kilo melk. De voorschotmelkprijs steeg 30,9 procent in vergelijking met de eerste helft van vorig jaar, en liep nog verder op gedurende de zomer. Maar dit leidt nog niet tot een stijgende melkproductie, aldus Arla.

Dat heeft alles te maken met de opgelopen productiekosten. Prijzen van kunstmest zijn 145 procent gestegen, brandstof werd 134 procent duurder en veevoer gemiddeld 36 procent. De wereldwijde inflatie wordt voor dit jaar ingeschat op bijna 8 procent. Arla’s melkplas kromp van 7 miljard naar 6,8 miljard kilo melk. Dit komt overeen met de wereldwijde trend, aldus Arla.

Omzetstijging

De omzetvan de onderneming steeg in het eerste halfjaar met 17 procent naar 6,38 miljard euro, dankzij doorgevoerde prijsstijgingen in retail, food service en de handel in basiszuivelproducten. De winst steeg met 16 procent naar 199 miljoen euro.

Uitdaging

Gezien de aanhoudende inflatiedruk en de geopolitieke onrust verwacht Arla dat de tweede helft van 2022 een uitdaging wordt. De wereldwijde melkproductie komt naar alle waarschijnlijkheid verder onder druk te staan. Dat zal bijdragen aan aanhoudend hoge zuivelprijzen, waardoor het consumentenvertrouwen en de zuivelconsumptie verder zullen afnemen. Vooral bij de merkzuivel wordt een daling verwacht. Arla rekent voor het huidige kalenderjaar met een omzetstijging van circa 13,5 procent ten opzichte van vorig jaar, waarbij de afzet van merkproducten met 2 tot 3 procent zal dalen als gevolg van de oplopende consumentenprijzen.

‘2022 wordt nog steeds gekenmerkt door volatiliteit en inflatie, verergerd door de Russische invasie van Oekraïne. Veranderingen in consumentengedrag blijven moeilijk te voorspellen en we verwachten dat onze merkgroei verder zal vertragen. Als coöperatie blijven we ons inzetten om de tweede tranche van onze geplande nabetaling voor het hele jaar van in totaal minimaal 1,5 eurocent per kilo melk aan onze leden-veehouders uit te betalen’, stelt Peder Tuborgh.