Recordaantal 100.000 kilo-koeien in 2023-2024

Het melkcontrole-boekjaar loopt altijd van 1 september tot 31 augustus. Het afgelopen boekjaar waren er exact 11.500 bedrijven die meedraaiden in de mpr en in aanmerking komen voor rangschikking in de CRV-statistieken. Gemiddeld produceerden de aanwezige koeien 9.354 kilo melk, met 4,45 procent vet en 3,59 procent eiwit. Vorig jaar waren er nog 11.870 mpr-bedrijven, met gemiddeld 9.346 kilo melk, met 4.45 procent vet en 3,61 procent eiwit. Het gemiddeld aantal koeien per bedrijf is met 1 opgelopen tot 114 stuks.

Levensproductie licht gestegen

De levensproductie van de afgevoerde stamboekkoeien was in het afgelopen boekjaar 38.283 kilo melk, met 4,40 procent vet en 3,58 procent eiwit. Dat is 44 kilo melk minder, maar 0,02 procent vet en 0,01 procent eiwit meer dan in het voorgaande boekjaar. ‘Daarmee steeg de levensproductie, uitgedrukt in kilogrammen vet en eiwit, licht naar 3.053 kilo’, aldus CRV.

Ruim 5.100 honderdtonners

Het aantal koeien dat de mijlpaal van 100.000 kilo melk dan wel 10.000 kilo vet en eiwit overschreed, is gestegen tot recordhoogte, aldus de stamboekorganisatie. Afgelopen boekjaar kon CRV in totaal 5.168 honderdtonners en 466 tientonners bijschrijven: respectievelijk 461 en 60 meer dan het boekjaar ervoor.

Rosegaar uit Pesse opnieuw hoogste levensproductie

De lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie wordt voor het vierde jaar op rij aangevoerd door Arie Jan Rosegaar uit Pesse. Zijn 22 koeien waren gemiddeld 9 jaar en 5 maanden oud. Ze hadden een levensproductie van 90.139 kilo melk met 4,20 procent vet en 3,38 procent eiwit op de teller, resulterend in 6.825 kilo vet en eiwit

Het proefbedrijf van Provimi in Velddriel komt net zoals vorig jaar op de tweede plaats. De 15 koeien waren met 7 jaar en 3 maanden ruim twee jaar jonger dan de koeien van Rosegaar. Het gat qua levensproductie met de nummer een is ook bijna niet te overbruggen. De Provimi-koeien zitten gemiddeld op 63.908 kilo melk met 4,22 procent vet en 3,37 procent eiwit. Dat resulteerde in 4.852 kilo vet en eiwit, bijna 2.000 kilo minder dan de toppers van Rosegaar.

De derde plek is dit jaar voor de vof Martens-Buijtels in Luyksgestel. Hun 35 koeien kwamen uit op een gemiddelde levensproductie van 51.200 kilo melk met 4,40 procent vet en 3,53 procent eiwit, samen goed voor 4.061 kilo vet en eiwit.

Levensproductie bij afvoer

De lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien wordt dit jaar aangevoerd door de vof Diepman-Boerkamp uit Dalfsen. Deze veehouders voerden afgelopen boekjaar 18 koeien af met een gemiddelde leeftijd van negen jaar en een maand, en een gemiddelde levensproductie van 88.737 kilo melk met 4,03 procent vet en 3,44 procent eiwit (6.630 kilo vet en eiwit).

De tweede plek is voor Melkveehouderij Van Veen uit Bodegraven. De 14 afgevoerde koeien van dit bedrijf tekenden voor een levensproductie van 6.342 kilo vet en eiwit. Dit bedrijf staat overigens met 72 koeien met een gemiddelde levensproductie van 3.867 kilo vet en eiwit op de vijfde plaats in de rangschikking op basis van de levensproductie van de aanwezige koeien.

Op de derde positie vinden we melkveebedrijf Joosten uit Bennekom, met 16 afgevoerde koeien met een levensproductie van 5.894 kilo vet en eiwit.