Met de krappe mestnormen is elke bron van nutriënten van belang voor een geslaagde maisteelt. Het vanggewas is hier een goed voorbeeld van. Hoe benut je het vanggewas optimaal?

De afgelopen 10 jaar hebben veehouders in Nederland ervaring opgedaan met veldbonen als krachtvoerbron. De teelt is niet gemakkelijk maar de voerervaringen zijn zeer goed.

Vogels als kraaien en roeken kunnen op een jong maisveld grote schade toebrengen. Dat geldt ook voor schadelijke bodeminsecten zoals ritnaalden.

De start van het mestseizoen markeert de start van het grasseizoen. De uitdaging is om met de krappe normen genoeg ruwvoer te telen van hoge kwaliteit.

In 2025 wordt de derogatienorm nog verder verlaagd ten opzichte van 2024. De rekensom van mestplaatsing en bouwplan wordt hierdoor weer anders. Het kan lonen om zonder derogatie meer mais te gaan telen.

Na groeiseizoen 2024 is droogte niet het eerste waar je als teler aan denkt. Toch heeft droogte de laatste jaren voor grote opbrengstderving in de maisteelt gezorgd. Hoe kan je de kans op droogteschade in mais zo veel mogelijk beperken?

Steeds meer telers oriënteren zich op de teelt van eiwitgewassen. Er is een stijgende vraag naar lokaal geteelde eiwitten voor veevoer en humane consumptie. Daarbij passen vlinderbloemigen perfect in kringlooplandbouw en het nieuwe GLB.

Ruwvoer zo efficiënt mogelijk omzetten in melk blijft de basis onder het melkveebedrijf. Naast eiwitrijk gras is snijmais een ideale energiebron die zorgt voor een goede eiwitbenutting. In dit artikel tips om maximaal melk(geld) uit je mais te halen.

Op het melkveebedrijf Van der Valk is 125 hectare grasland in gebruik voor beweiding. Om de smakelijkheid te verhogen gebruikt bedrijfsleider Maries Roest sinds enkele jaren Havera 4 en dat bevalt heel goed.

Voor gezonde dieren die goed produceren met een beperkt krachtvoeraandeel is ruwvoer van topkwaliteit nodig. Bij snijmais hebben we het dan over mais met een hoge VEM, uit een hoog zetmeelgehalte én een zeer goed verteerbare restplant.