Bodem en bemesting

Binnenkort starten er in drie regio's in Nederland een cursus rondom de KringloopWijzer. Deze cursus is voor docenten, adviseurs en melkveehouders om resultaten uit de KringloopWijzer te leren lezen, beoordelen en te interpreteren.

Vanaf 2021 zijn niet de PAL en de Pw leidend voor de mestwetgeving, maar de P-PAE- en de PAL-waarde. Daar kunnen grondbezitters nu al rekening mee houden, aldus Eurofins Agro.

Het jaar 2019 gaat de boeken in als extreem droog én nat. Voor het tweede jaar op rij had een deel van Nederland te maken met extreme droogte in met name de zomer, de herfst werd echter kletsnat. Dit jaar waren de regionale verschillen heel groot.

De mest zou dit voorjaar zomaar andere mineralengehaltes kunnen hebben dan melkveehouders in andere jaren gewend zijn. Op tijd mestmonsters nemen om te bepalen wat je te verdelen hebt, is daarom niet onverstandig.

Boeren moeten proberen de verkleuring van vanggewassen na de inzet van glyfosaat tot een minimum te beperken. In veel gevallen kan dit prima met een tijdige grondbewerking. Dat zei Wim Claessens van Claessens Agri-service.

Wanneer het mogelijk wordt om verwerkte, dierlijke mest aan te merken als kunstmest, zou dat de ammoniakuitstoot met 40 tot 45 procent kunnen verminderen en de CO2-uitstoot met 3 tot 20 procent.

Een kleine verhoging van de koolstofvoorraad van de bodem heeft op korte termijn meer effect op het klimaat dan het aanplanten van bos. De agrarische sector heeft bovendien voldoende mogelijkheden om meer koolstof vast te leggen.

Het gelijkstellen van kunstmestvervangers aan kunstmest binnen de EU is een stapje dichterbij. Dit door de presentatie van een conceptrapport over de criteria waaraan kunstmestvervangers moeten voldoen door de Europese Commissie.