Waarschuwing hoge nitraatgehalten: herhalen problemen 1976 zich opnieuw?
'In 1976 ook lang niet altijd overdreven bemest'

Eind vorige week meldde Eurofins bovengemiddelde nitraatgehalten bij de vroege voorjaarskuilen van dit jaar. Het nitraatgehalte van de eerste 1.900 voorjaarskuilen ligt gemiddeld op 3,9 gram per kilo drogestof tegenover 2,6 gemiddeld. Boven de 7 gram wordt als gevaarlijk beschouwd. De omzetting van nitraat naar nitriet in de pens zorgt voor vergiftigingsverschijnselen. Dode koeien zijn geen uitzondering.
Derde en vierde snede 2017
In reactie hierop deelde Sipke Scheepsma van Micronutrions zijn ervaring met de derde en vierde snede van 2017. Hij heeft een meerdere klanten met extreem hoge nitraatgehalten in hun derde en vierde snede, zo rond de 8 tot 9 gram per kilo drogestof. „Eén van de bedrijven voert zelfs een kuil met een nitraatgehalte van 38 gram per kilo drogestof. Het zuurstofdragend vermogen van het bloed gaat achteruit en de hartslag gaat omhoog. De dieren worden kortademig en als je niet ingrijpt gaan ze er aan dood”, zo vertelt Scheepsma. Uit cijfers van Eurofins blijkt inderdaad de zomerkuilen gemiddeld wat meer nitraat bevatten (3,3 gram) in vergelijking met kuilen in dezelfde periode van de jaren daarvoor (gemiddeld 2,7 gram).
Veel dode koeien in 1976
Opvallend dat ook de NMV in een persbericht over nitraatvergiftiging begon. Dit in relatie met het droge jaar 1976, toen na de omslag van het weer de stikstof in hoge concentratie vrij kwam in het gras, maar niet allemaal werd omgezet naar opneembaar eiwit voor de koe. Verschillende oudere melkveehouders en adviseurs bevestigen dit. Zij kunnen zich nog goed herinneren dat dit destijds veel koeien heeft gekost. NMV pleit daarom voor een langere uitrijperiode zodat veehouders hun mestgift kunnen verdelen om hoge nitraatgehalten te voorkomen.
'Kans hoog gehalte nitraat neemt toe'
In 1976 lag het stikstofniveau echter nog een stuk hoger dan wat veehouders nu mogen bemesten. Is de waarschuwing voor hoge nitraatgehalten dan niet overdreven? Robin Wolf van Eurofins denkt van niet. „De kans dat we komende herfst nog gras(kuilen) krijgen met hoog eiwit en nitraat, neemt dagelijks toe. In 1976 werd er ook lang niet altijd overdreven bemest nadat het weer begon te regenen.” Ook Gert Anker, specialist bij De Heus, verwacht dat wanneer de mineralisatie weer op gang komt, er een flinke aandeel stikstof beschikbaar komt. Samen met het feit dat veehouders graag hun putten leeg willen rijden voor de herfst, ligt een hoog nitraatgehalte in het gras op de loer, stelt hij.
Gerard Abbink van Groeikracht maakt zich wat minder zorgen wat betreft hoge nitraatgehalten. „In het oosten op de hoge zandgronden hebben we bijna elk jaar wel te maken met een periode van droogte. De daaropvolgende ‘mineralisatieflush’ zorgt over het algemeen niet tot problemen.”
Kleine kunstmestgift
Wat moeten veehouders doen bij een naderende weersomslag? In ieder geval gedoseerd mest uitrijden en niet al te grote giften, zo is het advies. En kunstmest dan? Abbink stelt om juist wel een kleine gift van zo’n 50 kilo kunstmest te strooien. „De bodem moet weer op gang komen. Door een kleine stikstofgift te geven in de vorm van kunstmest help je dit proces wat sneller op gang.” Zover is het echter nog niet. Tot op heden lijkt er van een weersomslag nog geen sprake, op een enkele plaatselijke bui in het weekend na.
Wanneer veehouders toch problemen krijgen met hoge nitraatgehalten in het (kuil)gras, is het advies om de kuil zoveel mogelijk met ander voer te compenseren. Ook wordt er gewezen naar zogenoemde Yucca extracten die (schadelijke) stikstofverbindingen kunnen omzetten. Deze producten worden ook wel toegepast om het ureum te verlagen of methaan te reduceren.