Schouten kan melkveehouders geen hoop bieden

In aanloop naar het debat zijn boeren naar Den Haag getrokken. Dinsdag overhandigden biologische melkveehouders een petitie met 4000 handtekeningen, die vroeg om startende biologische bedrijven mee te nemen in de knelgevallenregeling. Woensdag voor het debat waren bioboeren met trekkers naar Den Haag getrokken, en eerder die dag had actiegroep Innovatief uit de Knel ook al gedemonstreerd. Tijdens het debat zat de publieke tribune dan ook vol met boeren en hun gezinnen.
Zij hoorden de Kamerleden ook suggesties bieden aan de minister. Roelof Bisschop (SGP) meende dat het voerspoor en de fosfaatbank extra fosfaatruimte konden bieden om knelgevallen tegemoet te komen. En anders zou fosfaatruimte kunnen worden overgeheveld van de varkenssector. Jaco Geurts (CDA) suggereerde de ruimte te benutten die vrijkwam uit de pelsdiersector. Frank Futselaar (SP) opperde zelfs dat de regering fosfaatrechten zou inkopen om vervolgens onder knelgevallen te verdelen.
Daarnaast suggereerden onder andere Geurts en Tjeerd de Groot (D66) om in Brussel extra ruimte te vragen voor knelgevallen. Barry Madlener (PVV) viel hen bij. „Andere landen overtreden voortdurend de regels“, stelde hij. Dan zou Nederland dat ook wel kunnen. „Net als Margaret Thatcher, met de handtas slingeren“, raadde hij de minister aan.
Geen oplossingen
Maar minister Schouten kon er niets mee. De fosfaatbank, stelde ze, mag bij wet niet worden gebruikt voor knelgevallen. En zelfs al zou dat mogen, de ruimte is maar beperkt. Op het moment zit er zo’n 145.000 kilo aan fosfaatrechten in, veel minder dan de miljoenen die nodig zijn.
Overheveling van productierechten uit andere sectoren dan? Dan moet Nederland de sectorale plafonds aanpassen, en dat gaat niet zomaar. Die plafonds zijn vastgelegd in het Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn, en om die te veranderen moet Nederland dus opnieuw overleggen met de EU. En dat kan moeilijk worden, want de ene mestsoort is de andere niet. Koeien produceren meer methaan en ammoniak dan varkens, en overheveling van fosfaatproductieruimte betekent dus een grotere uitstoot van die andere stoffen.
Extra ruimte creëren in het voerspoor? Ook dat heeft haar ministerie onderzocht, maar het diervoer is al geoptimaliseerd voor een lage fosfaatproductie. De ruimte die nog rest is maar beperkt, vertelde de minister, en als die nog generiek verlaagd wordt, is er geen ruimte meer voor maatwerk waar dat nodig is.
„Kunnen we dan het voerspoor in de varkenshouderij niet gebruiken?“, vroeg De Groot. Maar dat is ook geen oplossing, zei Schouten. Dat schept ruimte in de varkenssector, en om die in de melkveesector te gebruiken zou die weer moeten worden overgeheveld.
En ook Futselaar moest ze teleurstellen. Het idee om de overheid fosfaatrechten te laten inkopen om zo knelgevallen te ondersteunen was niet mogelijk - de fosfaatwet stelt uitdrukkelijk dat enkel landbouwbedrijven die rechten kunnen kopen.
Geen valse hoop
De minister had graag iedereen willen helpen, zei ze, maar haar ambtenaren hadden geen mogelijkheid gevonden om dat te doen. Ze zou blijven zoeken naar mogelijkheden om ruimte te creëren, maar zei daarbij melkveehouders geen valse hoop te willen geven.
Een ruime meerderheid van de Kamer vroeg de minister om opnieuw met Brussel te onderhandelen om toch te kijken of de ruimte die er is in andere sectoren, gebruikt kan worden voor de knelgevallen in de melkveehouderij. De minister zegde toe dat te doen, maar vertelde wel dat zij en haar ambtenaren al meermalen in Brussel zijn geweest om oplossingen te vinden en om de zaak van knelgevallen te bepleiten. Zij verwachtte niet dat de resultaten deze keer anders zouden zijn dan de voorgaande malen.
Een probleem daarbij is dat het ministerie nu al voor meer dan 85 miljoen kilo aan fosfaatrechten heeft toegekend, en dat de nog lopende beroepszaken en herzieningsprocedures dit op kunnen stuwen naar 86 miljoen. Dat is een stuk hoger dan het sectorplafond van 84,9 miljoen kilo, waar de Commissie Nederland aan wil houden. Dat maakt het moeilijk om extra gunsten te verkrijgen.