25% duurzaamste melkveebedrijven realiseren lagere kostprijs en kritieke melkprijs

Het Wageningen ER gebruikte hiervoor data van een groep gangbare melkveebedrijven over de periode 2014 tot en met 2016. De duurzaamheidsprestaties van deze bedrijven werden ingedeeld in vier groepen: diergezondheid en welzijn, klimaat en energie, milieu, en biodiversiteit en weidegang.
Volgens het onderzoeksinstituut is niet alleen het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid hoger, maar realiseren deze bedrijven ook een lagere kostprijs en een significant lagere kritieke melkprijs. Ook de langlopende schulden per kilo melk en de dierenartskosten per koe blijken significant lager op bedrijven die hoger scoren op het gebied van duurzaamheid. Wel is de arbeidsinzet per 100 kilo melk iets hoger. Dit verschil is niet significant.
Het Wageningen ER merkt op dat de verschillen in economische prestaties niet beïnvloed worden door een andere bedrijfsvoering of bedrijfsomvang. Zo wijkt de jaarproductie van gemiddeld 807.000 kilo melk, de intensiteit van 15,8 ton per hectare en het productieniveau van 8.300 kilo melk per koe bij de 25 procent duurzaamste bedrijven nauwelijks af van de overige bedrijven.
‘Management beter in de vingers’
Volgens het instituut ligt het voor de hand om te veronderstellen dat melkveehouders in de duurzaamste groep het management op hun bedrijf beter in de vingers hebben. Om dit echt hard te maken, zou deze analyse herhaald moeten worden met andere selecties en weging van kengetallen. Ook kan worden gekeken naar de relatie tussen individuele duurzaamheidskengetallen, economische prestaties en technische kengetallen, zodat duidelijk wordt waar het betere economisch resultaat aan ten grondslag ligt. Het meenemen van sociale aspecten zoals bijvoorbeeld houding ten aanzien van duurzaamheid en innovatie, leerstijlen en vormen van kennisuitwisseling, zouden volgens het Wageningen ER kunnen helpen om beter te begrijpen waarom de duurzaamste bedrijven bovengemiddeld presteren.