Zonder bedrijfswaterplan niet beregenen in Brabant

Zo geldt voor ondernemers met een bedrijfswaterplan niet langer een verbod op beregening van grasland tot 1 juni en in de maanden juni en juli tussen 11.00 en 17.00 uur. Ook is het slaan van nieuwe putten toegestaan, met een maximum van één put per vijf hectare.
DLV: voordelig nieuw beleid
‘Heb je geen bedrijfswaterplan, dan mag je niet beregenen. Met een bedrijfswaterplan mag het wel. Dus maak het voor de droge periode in orde’, aldus Eric Bouwman, adviseur bij DLV Advies. „Ik zie louter voordelen in het nieuwe beleid voor grondwaterberegening. De beperkingen in de beregeningsperiode en -tijdstippen voor grasland zijn veel melkveehouders een doorn in het oog: in droge perioden kunnen zij niet of beperkt beregenen. Dat behoort straks tot het verleden. Hierdoor, en doordat makkelijker putten kunnen worden geslagen, draagt het beleid bij aan het voorkomen van verdroging.”
Klik op de link om naar de pagina www.zlto.nl/bedrijfswaterplan te gaan.
KNMI: Oplopend neerslagtekort
Een periode van droogte is nu aan de orde, aangezien het KNMI een oplopend neerslagtekort berekent. Al is de situatie nog niet vergelijkbaar met de 5 procent droogste jaren. Morgenmiddag kunnen er in het oosten en zuidoosten (onweers) buien vallen, maar daarna komt er in de verste verte geen neerslag van betekenis in de weersverwachting voor.
Waterbesparende maatregelen noodzakelijk
Een bedrijfswaterplan bevat een overzicht van de maatregelen die een ondernemer neemt om water te besparen op zijn bedrijf. „Het plan moet, afhankelijk van de grondsoort en van het aantal hectares dat een bedrijf telt, één, twee of drie maatregelen bevatten”, zegt Eric Bouwman, adviseur bij DLV Advies. “Denk bijvoorbeeld aan de plaatsing van stuwen om het slootwater en de grondwaterspiegel op niveau te houden, het opvangen van hemelwater, gebruik van een beregeningssignaal om op het juiste moment te beregenen, de inzet van organische mest en groenbemesters om het watervasthoudend vermogen van de bodem te vergroten.”
Investeringen meestal beperkt
Volgens Bouwman zijn er grote verschillen in de investeringen die ondernemers moeten doen om water te besparen. “Sommige boeren doen al van alles op dit vlak en hoeven nagenoeg niet te investeren, anderen moeten bij nul beginnen. Maar meestal is er relatief eenvoudig, en tegen beperkte kosten, de nodige winst te behalen. Het komt zelden voor dat ondernemers fors moeten investeren of dat het opstellen van een plan problemen met zich meebrengt.”
Natura 2000 uitgezonderd
Ondernemers in kwetsbare gebieden in de attentiezones rond Natura 2000-gebieden en in natte natuurparels in Brabant hoeven geen bedrijfswaterplan te hebben. Voor hen blijft het vergunningenstelsel van kracht.
Bron: DLV