Smakelijk gras verhoogt voeropname en melkproductie
Rijdend op kronkelige weggetjes door het open landschap ten noorden van Groningen springt de moderne ligboxenstal met de blauwe voorgevel van de familie Peters van verre in het oog. Het bedrijf heeft bijna 156 hectare grond in gebruik, waarvan 120 hectare gras. Op de zware klei ten noorden van Groningen-stad zijn bijna geen maïspercelen meer te vinden. “Het is gras wat de klok slaat. Dat geldt ook voor ons bedrijf met bijna 100% grasteelt”, vertelt melkveehouder Wim Peters in Bedum.
Hij is samen met zijn broer Hans medevennoot van Peters Landbouwbedrijf CV. “We hebben wel enkele jaren maïs verbouwd, maar dat wil hier eigenlijk niet. Bij maïs op maïs is de opbrengst te laag en het oogstrisico te groot. Dus daar zijn we mee gestopt. We telen nu maïs bij een akkerbouwer in de Veenkoloniën.” Het basisrantsoen (in kilo’s drogestof per koe per dag) bestaat uit 10 kilo gras, 4 kilo (aangekochte) maïs en 7 kilo droge grondstoffen, zoals soja, maïsmeel, droge pulp en granen. Er zijn geen aparte krachtvoerboxen. De koeien krijgen maximaal 5 kilo brok in de 50-stands buitenmelker.
Verkoop graszaad
WPA Robertus levert diverse grasmengels aan veehouders in de regio. “We verkopen in het Noorden veel mengsels van LG, omdat veel veehouders goede ervaringen hebben met Havera-mengsels”, zegt Marwin Jonker, adviseur van WPA Robertus. “Haveramengsels bevatten diploïde grasrassen, die zorgen voor een dichte graszode, en tetraploïde rassen, die de opbrengst verhogen. LG gebruikt steeds de nieuwste rassen in deze mengsels en die scoren goed op kroonroestresistentie, standvastigheid en winterhardheid.”
Dat zijn volgens Peters precies de eigenschappen die hij nodig heeft om zijn grasland maximaal te kunnen benutten. Hij melkt met een relatief hoog grasaandeel in het rantsoen 9.600 kilo melk met 4,65% vet en 3,65% eiwit. “Wij houden onze koeien jaarrond op stal en passen summer feeding toe. De opbrengst en roestresistentie van Havera-grassen zijn de laatste jaren nog beter geworden. Daardoor blijft het gras smakelijk, vooral later in het seizoen, en dat verhoogt de voeropname en melkproductie”, zegt Peters.
Hoge benutting eigen gras
De vennoten gebruiken al jaren Haveramengels bij graslandvernieuwing of doorzaai. “De opbrengst en kwaliteit van deze mengsels zijn heel goed. Ik schat dat we jaarlijks 5% van ons grasland vernieuwen. Vaak doen we dat tegelijkertijd met het egaliseren van percelen, waarin laagtes zijn ontstaan. Als we eenmaal een goede graszode hebben, blijft het wel 30 jaar goed. Soms zaaien we door als er te veel slechte grassen staan”, zegt Peters. Om zijn Haveragrasland optimaal tot waarde te brengen, zit de Groningse veehouder er bovenop met bemesting en onkruidbestrijding. “Voldoende bemesten volgens de norm is belangrijk bij krappe bemestingsnormen”, zegt Jonker.
Half februari is via een sleepslang bemest met 30 tot 35 kuub drijfmest. “De eerste snede krijgt 325 kilo KAS/zwavel 24/7 per hectare en de tweede snede 200 kilo KAS”, vertelt Peters. “De loonwerker zorgt met een quad voor het pleksgewijs bespuiten van ridderzuring, het is belangrijk om dat in de hand te houden.” Op tijd maaien, bij 3,5 tot 4 ton drogestof aan gras, levert veel voederwaarde op. “In 2021 is een deel van het gras voor de nattigheid gemaaid en dat levert 180 RE op, terwijl dat gemiddeld 140 was. Niet te kort maaien, zorgt voor een goede hergroei.” Voor een goede kwaliteit graskuil gebruikt Peters een inkuilmiddel. “Daarmee zijn de kuilen snel stabiel en hebben we minder conserveringsverliezen. Ook blijft het kuilgras na uitkuilen langer vers. Op die manier benutten we ons eigen gras zo goed mogelijk.”
