Danish Crown gaat runderen slachten voor Vion

„We zijn erg blij dat we veehouders in Sleeswijk-Holstein, Hamburg en Mecklenburg-Vorpommern hier in het noorden met deze oplossing slachtmogelijkheden kunnen blijven bieden", zegt Dr Holger Looft, directeur van de Vion vestiging Zucht und Nutzvieh in Duitsland.

Danish Crown

Vion Zucht und Nutzvieh met het hoofdkantoor in Neumünster heeft meerdere vestigingen in Duitsland. Het bedrijf leverde het afgelopen boekjaar 50.000 runderen aan de slachterij in Bad Bramstedt. Door afname van het aanbod en overcapaciteit op de slachtmarkt was de exploitatie van de slachterijlocatie echter niet langer rendabel.

Managing Director Ralf Heisterkamp van Danish Crown verheugt zich op de nieuwe business: „Een oplossing voor boeren uit de regio is niet alleen een zakelijke kans, maar ook een stap in de richting van het behoud van de runderveehouderij in Noord-Duitsland."

Krimp veestapel

Al vanaf 2012 paste Vion de capaciteit van de locatie in Bad Bramstedt aan, aan de geleidelijke afname van de veestapel in Noord-Duitsland. De definitieve sluiting van de vestiging in Bad Bramstedt is een gevolg van de huidige marktsituatie met hoge prijzen voor rundvlees en de algemeen maatschappelijke trend naar minder vleesconsumptie. Bij het zoeken van een alternatieve slachtlocatie keek Vion heel nadrukkelijk naar een locatie waarbij, in het kader van het dierenwelzijn, de transportroutes kort blijven.

Nieuwe balans

„De aangekondigde sluiting is onderdeel van een eerder ingezette aanpassing in onze Duitse vestigingen om vraag en aanbod weer in balans te brengen op de Duitse markt die onder druk staat,” aldus Ronald Lotgerink, algemeen directeur van Vion. „Gezien de inflatie en prijsstijgingen, maatschappelijke ontwikkelingen en regelgeving, nemen we maatregelen om de productiecapaciteit in Duitsland terug te brengen. Dat geldt niet alleen voor de rundveeslachterijen, maar ook voor de varkensslachterijen. „Met een structurele herschikking van de rundvee- en varkensslachterijen draagt Vion bij aan de huidige transformatie van de veehouderij en de verandering van vraag en aanbod in beide sectoren”, aldus Lotgerink.