Maandsaldo melkveehouderij in vijf maanden tijd bijna gehalveerd

Ondanks de enorme daling van het saldo ligt het saldo van mei nog altijd een paar procent boven het langjarig gemiddelde. Het gestandaardiseerde melkveebedrijf telt 110 melkkoeien met een gemiddelde productie van 8.850 liter per koe per jaar.

Scherpe daling melkprijs

In 2022 steeg de melkprijs van 44,50 euro per 100 kilogram in mei naar 63 euro per 100 kilogram in januari. De kentering op de zuivelmarkt die eind 2022 al waarneembaar was, zette in 2023 door. Het gevolg, een scherpe daling van de melkprijs van 63 naar 43 euro per 100 kilogram melk in slechts 5 maanden tijd. De toegerekende kosten liepen hard op en lagen in 2022 40 procent boven het tienjarig gemiddelde.

Voerkosten en veeprijzen

Zowel krachtvoer als ruwvoer stegen hard in prijs. De prijs van krachtvoer lag eind mei, begin juni 2022 op recordhoogte. Vanaf vorig jaar zomer daalde de prijs licht. Inmiddels ligt de krachtvoerprijs 8 procent lager dan vorig jaar mei. Ook ruwvoer was duur in aanschaf. Voor mais betaalde veehouders vorig jaar ruim 30 meer dan een jaar eerder. En ook het hooi was vergeleken met een jaar eerder 10 procent duurder.

De prijzen voor kalveren en slachtkoeien lagen in mei 50 procent boven het langjarig gemiddelde. Het verschil met de prijzen van mei 2022 zijn echter beperkt. De prijs voor kalveren lag vorig jaar mei iets boven het niveau van dit jaar. De prijs voor slachtkoeien daarentegen lag juist wat lager.

Voortschrijdend jaarsaldo

Voor het eerst in twee jaar daalde in mei het voortschrijdend jaarsaldo in de melkveehouderij. Van april 2021 tot en met april 2023 liet het voortschrijdend jaarsaldo een opgaande lijn zien. Lange tijd werden de hoge kosten voor voer en meststoffen ruimschoots gecompenseerd door de alsmaar oplopende melkprijs en de hoge veeprijzen. In april daalde de melkprijs voor het eerste onder het niveau van dezelfde maand een jaar eerder, wat uiteindelijk leidde tot een daling van het voortschrijdend jaarsaldo.