Column: De laatste blog van de Reuvies

Ons erf op de boerderij bestaat voornamelijk uit gravel, en het droge weer bespaart ons het jaarlijkse modderworstelen rondom de stallen. Het groeiseizoen begint vroeg, en we starten op tijd met het mestrijden. Een loonwerker doet dit voor ons, met behulp van sleepslangbemesting en ondergrondse buizen. Zo kan hij tot op vijf mijl afstand de sleepslang verbinden met ons systeem. Een week geleden was de klus al geklaard.
Nieuwe baan
Terwijl alles op de boerderij doorgaat, heb ik ondertussen een prachtige nieuwe carriere-switch in het landbouw-leiderschap. Vanaf 14 april wordt ik de directrice van de Minnesota Agricultural & Rural Leadership (MARL), en mag ik leiding geven aan deze succesvolle cursus voor professionals in de landbouw. Een bijzondere kans, na een aantal jaren voor een gelijksoortige cursus in Zuid Dakota gewerkt te hebben. Minnesota is onze buurstaat. We wonen aan de grens en zijn met veel zaken op Minnesota georienteerd. De melkveehouderij in Minnesota is vijf maal groter dan in Zuid Dakota, en heeft een veel uitgebreidere infrastructuur.
Minnesota landbouw
Met de nieuwe baan voor MARL werk ik bovendien met alle andere sectoren binnen en rondom landbouw. Het is niet beperkt tot melkveehouderij. Minnesota is nummer 1 producent van suikerbieten in de V.S., erwten voor de conservenindustrie, en is ook een belangrijke bron voor granen, rundvee, pluimveehouderij, varkenshouderij, bosbouw en zelfs visserij. De metropool Minneapolis/St. Paul zorgt voor een grotere behoefte van locale landbouwproducten en etnische landbouw. Dat zorgt voor een grotere diversiteit onder de leden van MARL. Dat maakt deze baan heel interessant.
Vaarwel
De switch hield in dat ik afscheid moest nemen van de cursisten en collega’s bij SDARL. Een bijzondere groep, die ik zal missen. Op de boerderij moet ik ook veel dagelijkse taken opgeven. Dit is daarom mijn laatste stuk voor het buitenlandse blog van melkvee.nl. Via de website www.smsu.edu/marl kun je meer lezen over de leiderschapscursus, die bijdraagt in een sterker landbouw- en plattelandsbeleid.
Tekst: Olga Reuvekamp