Column: Overmaat in de kuil, armoede op het land

Het land levert via mineralisatie zelf al meer stikstof, maar kan op sommige plekken best wat hulp van kunstmest of dierlijke mest gebruiken. In het Zuiden en Oosten heeft het gras overigens ook last van droogte.
Ga je nu meer bemesten, dan moet je verderop in de zomer gaan korten, om binnen de gebruiksruimte te blijven. De regel 'bemesten naar wat je oogst' kun je met dit beleid dit seizoen niet uitvoeren. De bemestingsnormen zijn gebaseerd op gemiddelde jaren en dit is een bovengemiddeld jaar. En je mag niet compenseren voor de hogere onttrekking. Hopelijk biedt de kringloopwijzer daar op termijn mogelijkheden voor, maar voorlopig moeten we het er mee doen.
Dus rest ons niet meer dan de beperkte hoeveelheid stikstofruimte zo goed mogelijk te verdelen. Een paar handvatten:
- Sla niet over. Blijf elke snede bemesten, maar met een kleinere gift (kunst)mest.
- Let bij de verdeling op verschillen tussen percelen: geef percelen met een lage NLV bij voorkeur iets meer en andersom.
- Heb je al ruim voldoende ruwvoer binnen, overweeg dan om jonger in te scharen en ga voor eiwitkwaliteit in de tweede helft van het seizoen. Bij een lagere bemesting kun je dan hetzelfde eiwitgehalte halen in je gewas, zie ook de onderstaande figuur.
- Als je veel maïs bijvoert, kun je er voor kiezen dat een beetje terug te brengen en meer uren weidegang te geven, of dag en nacht gaan weiden en dus meer eiwitrijk gras te voeren. Dat scheelt ook in de eiwit-bijvoeding.
Tip: laat eens een vers gras monster analyseren en vergelijk de samenstelling met de waarden waar uw rantsoenberekening vanuit gaat. Hiermee kunt u samen met uw adviseur verklaren waarom iets wel, of juist niet werkt. Bespreek meteen hoe u met een aangepast rantsoen kunt inspelen op bijvoorbeeld onverwacht opstallen door nattigheid, of als de weidegrasvoorraad een keer krap wordt.
Tekst: De Weideman