Column: Euro's in het gras

Maar niet voor ik heb gezegd dat het weideseizoen nog steeds niet over is. Zolang de draagkracht het toelaat, is het lonend om het laatste gras te benutten. Zeker daar waar de laatste maand nog gemaaid is, is het gras nog relatief schoon en smakelijk. De voederwaarde van het gras ligt op zo'n 950 VEM en 250 gram ruw eiwit: er liggen nog steeds euro's in de wei!

Dus, als je de koeien hongerig naar buiten stuurt, vreten ze in een paar uur nog een paar kilo drogestof en bespaar je op eiwitaankoop. In cijfers: met elke kg drogestof die de koeien uit gras opnemen kun je 0,2 kilo soja besparen.

Het ureumgehalte in de tankmelk is een goede graadmeter om de eiwitvoorziening in de gaten te houden. Komt die onder de 20, dan is eiwitaanvulling nodig.

Vijftien procent drogestof

Let wel: het drogestofgehalte in het gras is nog maar 15 procent. De koeien nemen per uur minder drogestof op dan in de zomer. Voor veehouders die vers gras op stal voeren, betekent dit ook dat ze meer kilo’s moeten voeren om voldoende drogestof in de koeien te krijgen.

Tegelijk zorgt al dat vocht ervoor dat het eiwit in gras onbestendig is. Aanvullen met snijmaïs is dan een ideale combinatie.

Suikergehalte

Door de relatief warme nachten is het suikergehalte in het gras, voor de tijd van het jaar, aan de lage kant. Maar zolang de rest van het basisrantsoen is uitgebalanceerd is dit ruim voldoende voor een goede benutting van het graseiwit.

Grasgroei

De grasgroei op Zegveld is uitgekomen op 27 kilo drogestof per dag tussen 21 en 25 oktober. Nog steeds vrij veel voor de tijd van het jaar.

Wat verder opvalt is de donkergroene kleur van het gras, dat wijst op voldoende eiwit. De bodemtemperatuur blijft rond de 12-13 graden. Draagkracht op veen is nog steeds goed, ondanks het vele water.

Hoge eiwitgehalten

Tip: Op veel percelen is ruim voldoende stikstof aanwezig door latere mestgiften en mineralisatie. Dit resulteert in hoge eiwitgehalten. Gelukkig is, door het groeizame herfstweer, veel stikstof benut. Anders zou er reëel kans zijn op nitraatvergiftiging bij dieren die veel vers gras krijgen.

Wees hierop bedacht als het jongvee nog lang buiten loopt, de temperaturen straks dalen en de eiwitgehaltes hoog zijn (vaak in combinatie met jong gras). Nitraatvergiftiging is te herkennen aan bruine of bleke slijmvliezen, vaak het beste te zien in de schede.

We spreken elkaar,

De Weideman