Laagste celgetal bij hoogste productie

De bedrijven met een automatisch melksysteem zijn op basis van productie verdeeld in 4 groepen. Uit deze vergelijking komen een aantal opvallende zaken:

 

	AMS-bedrijven	25% laagste productie			25% hoogste productie
305-dagen productie	8770	7398	8492	9163	10031
Kg vet (rjg)	384	330	375	401	431
Kg eiwit (rjg)	309	263	299	323	352
Aantal koeien	86	87	83	83	89
BSK	42,1	35,6	40,2	43,9	47,0
Netto Opbrengst	2424	2103	2373	2582	2752
Productie per afgevoerde melkkoe	31013	27770	30776	32302	33017
Aantal afgevoerde melkkoeien	13	14	12	13	13
Verwachte tussenkalftijd koeien	429	438	424	426	428
Gemiddeld (tank)celgetal	222	255	221	210	203
Bron: Agrifirm Focus Melkvee, 1-5-2012 - 31-10-2012

Kg vet en eiwit stijgen mee met liters
Door meer liters melk lopen de kilogrammen vet en eiwit logischerwijs op naarmate de productie stijgt. Ook de BSK en Netto Opbrengst lopen lineair op.

Productie per afgevoerde koe loopt op
Op bedrijven met een hogere productie is ook de productie per afgevoerde koe hoger. Opvallend is daarnaast dat het aantal afgevoerde melkkoeien gelijk is. Een hogere productie zorgt er dus niet voor dat koeien eerder afgevoerd moeten worden.

Tussenkalftijd hoger bij lage productie
De tussenkalftijd is opvallend hoger dan gemiddeld op de bedrijven met de 25% laagste productie. Een hogere tussenkalftijd kost melk. Wellicht dat dit de reden is dat deze bedrijven in de groep met de laagste productie vallen.

Celgetal laagst bij hoogste productie
Koeien met een hoge productie hebben een betere uiergezondheid. Dit blijkt duidelijk uit de vergelijking. Op bedrijven met de 25% hoogste productie ligt het gemiddelde tankcelgetal ruim 50.000 cellen /ml melk lager dan op bedrijven met de laagste productie.