‘Voerwinst per hectare belangrijker dan productie per koe’

Melkveehouden is een mooi vak maar geen eenvoudig vak. Je werkt met de natuur om van plantaardig eiwit, dierlijk eiwit te maken. Wie dit ingewikkelde proces het best uitvoert verdient geld en realiseert een hoge voerwinst per hectare voerareaal.
Veel voer, minder voerverwerkers
De omstandigheden voor de productie van voer zijn de laatste jaren gunstig geweest. Buiten de door muizenplagen en ganzenschade getroffen melkveehouders, is er met prima weersomstandigheden veel voer van doorgaans prima kwaliteit geproduceerd. Dit resulteert in veel voorraad. „Geen betere raad als voorraad”, luidt de slogan van melkveehouders die in het verleden krapte hebben meegemaakt, maar ergens ligt een optimum.
Daarnaast is door de fosfaatwetgeving de stofkam door de veestapels gehaald. Overtollig jongvee en het ondereind aan melkvee is afgevoerd. Diezelfde GVE-wetgeving stimuleert, omzet gedreven, naar hoge melkproducties. Dit is met krachtvoer makkelijker te realiseren dan met ruwvoer, maar resulteert niet altijd tot meer winst.
Voerwinst per hectare
Een analyse van 500 KringloopWijzers van de deelnemers in de Vruchtbare Kringloop-projecten in Noord Nederland, Overijssel en de Achterhoek, toont een grote variatie in de voerwinst per hectare voerareaal. Deze voerwinst is bepaald, door de omzet melk per hectare te verminderen met de gestandaardiseerde voerkosten gekoppeld aan het rantsoen dat wordt gevoerd. Zo is eigen graskuil ingerekend voor 11 cent per kg droge stof, snijmais voor 7 cent, krachtvoer 26,5 cent en gras voor 5 cent.
Bij vergelijkbare intensiteit (zie figuur 1) is de spreiding in voerwinst ongeveer 800 euro per hectare. Dit verschil wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de productiviteit van de bodem waarop een melkveehouder geen invloed op heeft. Maar daarnaast spelen ook andere zaken een rol, waar de ondernemer wel iets aan kan doen. De bovengemiddelde melkveehouders combineren een goede gewasopbrengst met een efficiënte omzetting van het eigen voer van het dure productiemiddel grond.
Derogatie op maat
De goede groeiomstandigheden van de laatste jaren resulteert ook in een hogere fosfaatonttrekking van de bodem. In combinatie met de fosfaatreductie via het voerspoor, neemt de onbalans op de bodem toe, doordat de stikstof/fosfaat-verhouding in de mest naar meer dan 3 stijgt.
Figuur 2 toont de onbalans van de 500 melkveebedrijven van de Vruchtbare Kringlopen. Wanneer dit doorzet, wordt fosfaat schaars in de bodem. Deze is te herstellen door kunstmestruimte in te ruilen voor meer dierlijke mest. Gelukkig biedt recent onderzoek van Wageningen daarin wellicht mogelijkheden voor de toekomst. Daarin is namelijk vastgesteld dat de uitspoeling van nitraat uit drijfmest minder is dan gedacht. Het frauduleus handelen met mest moet dan wel uitbannen worden.
Dat met meer mest Topkuil is te produceren, blijkt uit de verkenningen die worden uitgevoerd met een derogatie op maat bij Koeien & Kansen-melkveehouder Johan Dekker in Zeewolde (FL). Wanneer de prestaties van de deelnemende melkveehouders in de Kringloopprojecten de standaard wordt, moet de derogatie worden opgetrokken naar gemiddeld 270 kilo stikstof in de Noordoostelijke provincies.
Circulaire economie
Wanneer in de literatuur wordt gesproken over circulaire economie in de landbouw, dan gaat het vooral over het gebruik van biomassa voor de productie van compost en energie, waardoor minder nieuwe grondstoffen noodzakelijk zijn. Reststromen van het ene bedrijf gaan dan over naar het andere bedrijf. Daarbij wordt gefocust op het sluiten van externe kringlopen.
Maar het sluiten van de interne Kringloop door het beter verwaarden van eigen voer, geproduceerd met bedrijfseigen mest in plaats van kunstmest, is de uitdaging van de komende jaren. Het is een belangrijk bestaansrecht van een grondgebonden melkveehouderij, wanneer we dat weten te combineren met de productie van schoon grond- en oppervlakte water en schone lucht. Het circulair economisch perspectief is enorm. Melkveebedrijven kunnen hun kostprijs verlagen met 1 tot 2 cent door besparing op grondstoffen en de betere bodemvruchtbaarheid.
Dit is een samenvatting van de presentatie van Gielen die gehouden is tijdens het slotevenement van Topkuil.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Tekst: Jaap Gielen
Beeld: Ellen Meinen, Countus