‘Nu geen drijfmest meer uitrijden’

Dit adviseert de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV). Het verschil in stikstofbenutting van rundveedrijfmest die in de tweede helft van augustus wordt uitgereden ten opzichte van het opsparen tot volgend voorjaar, is 0,3 kg stikstof per ton.
Hierbij gaat men ervan uit dat veehouders dit jaar nog wel twee sneden benutten na het uitrijden. Wanneer er nog maar één snede wordt benut, is het verschil zelfs 0,65 kg stikstof per ton mest. Bij voldoende opslagcapaciteit loont het dus bemestingtechnisch al snel de moeite om de mest tot het voorjaar te bewaren, zo concludeert de Commissie.
Kleine giften kunstmest
Om smakelijk gras te houden, adviseert de CBGV om wel door te gaan met kleine giften kunstmest. Dat is beter dan vroeg stoppen of sneden over te slaan. Strooi kunstmest uiterlijk tot half september. Daarmee wordt voorkomen dat men blijft zitten met een te groot aanbod van uiteindelijk onbenutbaar gras, stelt de Commissie.
Is de kunstmestruimte zeer beperkt, maar nog wel drijfmest beschikbaar, dan raad de CBGV aan toch tot 1 september kleine mestgiften toe te passen (15 m³/ha) om de groei erin te houden. Om weidegras zo schoon mogelijk te houden ziet men in het toevoegen van water aan de drijfmest een groot voordeel. „Mestverdunning verhoogt de stikstofwerking van de mest, omdat hiermee meer stikstof in de vorm van ammonium in de mest blijft en deze stikstofvorm sneller beschikbaar is voor het gras.”
Hebt u de uitslag van de voorjaarskuil binnen? Meld deze dan aan op Topkuil.nl.