Kloosterboer streeft naar hoge productie en lage voerkosten met ‘snelle’ kuilen

Kloosterboer past deze strategie al 15 jaar toe. „Ik maai gemiddeld 7 grassneden per jaar. Dit resulteert in kuilen van rond de 1000 VEM met boven de 200 gram ruw eiwit.” Kloosterboer start om die reden vroeg met een kunstmestgift. „Begin februari heb ik er al 80 kilo zuivere stikstof op liggen in de vorm van Novurea om uitspoeling te voorkomen. De eerste snede werd dit jaar rond 19 april gemaaid. 16 mei volgde de tweede snede, terwijl de derde snee rond 14 juni werd ingekuild. „Door boven de laatste bladknoop te maaien treedt er minimaal hergroeivertraging op”, legt hij zijn strategie uit.
Niet boven de 40 procent drogestof
Ondanks de adviezen om snel verteerbare kuilen droger te maaien, kuilt Kloosterboer het liefst niet boven de 40 procent drogestof in. „Anders krijg je eerder problemen met de conservering”, geeft hij aan. Het totale rantsoen bevat rond de 35 procent drogestof. De melkveehouder past het TMR-systeem toe met als basis 55 procent maïs en 45 procent gras.
Het grote voordeel van dit voersysteem is volgens de veehouder dat de koeien veel melk kunnen geven met lage voerkosten. Het rollend jaargemiddelde op zijn bedrijf ligt dan ook rond de 10.500 kilo melk met 4,10 procent vet en 3,48 procent eiwit. „En dit met nog geen 7 cent voerkosten per 100 kilo melk."
Vezelhennep
Kloosterboer geeft toe dat het voeren van dergelijke kuilen niet zonder extra structuuraanvulling kan. Daarom verbouwd hij zelf vezelhennep welke hij inkuilt. „Vezelhennep is een friszuur product wat de koeien graag vreten en waarbij er ook geen broei optreedt in het totale rantsoen. Met stro of andere structuurrijke producten heb ik die ervaring wel. Ook zorgt vezelhennep naast ‘prik’ voor matvorming in de pens. Dat is essentieel voor mijn rantsoen omdat ik altijd tegen de pensverzuring aan voer.”
Het niet-gebruikelijke voersysteem doet mensen regelmatig fronzen. „Voerleveranciers hebben er eerst moeite mee. Maar als ik de resultaten laat zien dat zijn ze overtuigd dat het toch kan. De koeien zijn er aan gewend.” Veehouders die een dergelijk voersysteem overwegen waarschuwt hij wel dat ze er mee moeten leren omgaan. „Het vraagt ervaring en je moet er bovenop zitten. Anders gaat het een keer mis.”
Discussie over verteerbaarheid
In augustus 2016 verscheen in Vakblad Melkvee een interview met de Wageningse onderzoeker Ronald Zom. Dit artikel deed veel stof opwaaien. Hij stelde namelijk dat de zogenoemde ‘1000 VEM-kuilen, hoogenergetische kuilen met veelal een hoge verteerbaarheid, geen probleem zijn. Veel veehouders en voerleveranciers denken daar toch anders over. Koeien zouden namelijk veel sneller last van (subklinische) pensverzuring krijgen bij dergelijke kuilen. Echter ook de term ‘subklinische pensverzuring’ stelde Zom ter discussie.
Lees meer over het voeren van '1000 VEM-kuilen' in de nieuwste editie van vakblad Melkvee die zaterdag 29 juli verschijnt.