Gastbedrijf Regiodag Melkvee haalt veel melk uit ruwvoer

Herman melkt in maatschap met zijn zoon Robin 68 koeien op 28 hectare grond. De koeien zijn gehuisvest in een 3+0-rijige ligboxenstal uit 2010 en worden gemolken met een robot. De stal is gebouwd voor 120 melkkoeien en twee robots, maar de fosfaatwetgeving legt de groei voorlopig even stil. „Robin werkt fulltime buiten de deur. Daardoor kan ik in mijn eentje het werk goed rondzetten. Maar zodra hij in het bedrijf komt, is het wel de bedoeling dat we meer koeien gaan melken. Voorlopig proberen we de melkrobot zo optimaal mogelijk te benutten”, vertelt de veehouder.
Geen voermengwagen
Voor een optimale benutting van de robot loont een hoge productie per koe, aldus de ondernemer. Met een gemiddelde dagproductie van boven de 30 kilo melk slagen ze daar ook in. Toch is dit volgens hem geen doel op zich. „Het moet op een natuurlijke manier plaatsvinden, dat wil zeggen vooral uit goed ruwvoer. Goed ruwvoer bepaalt of je goed kunt melken en of je uiteindelijk een goed saldo draait.” De familie is daarom erg gebrand op een topkwaliteit graskuil. Dit heeft volgens de veehouder ook de maken met de manier waarop er wordt gevoerd. „Vrijwel iedere veehouder wil een goede kwaliteit kuil. Wij voeren echter met een eenvoudige uitkuilwagen, waarbij ik gras en maïs in lagen voor het voerhek doseer. We voeren – op wat gehakseld koolzaadstro na – verder niets bij aan het voerhek en hebben daarom ook geen mengwagen. Het enige sturingsmiddel is de brok in de melkrobot. Door het eenvoudig te houden, besparen we kosten.”
Rode klaver
Van Rossum kiest voor een lasagnekuil van de eerste en tweede snede. „Deze twee sneden zijn vaak goed te combineren. De eerste snede bevat vaak ruim voldoende eiwit, terwijl de tweede snede zorgt voor structuur.”
Een goede kwaliteit kuil begint, wat Van Rossum betreft, bij een mestgift naar behoefte. Met de huidige bemestingsnormen is dat lastig en daarom is hij enkele jaren geleden gestart met het inzaaien van rode klaver door het gras. „We weiden de koeien niet vanwege de beperkte huiskavel. We verbouwen daarom elk jaar de maïs op scheurland. Het jaar daarna zaaien we het in met gras en rode klaver. Doordat we geen weidegang toepassen en alleen maaien, past deze klaversoort goed. Op deze percelen komt vanaf midden juli geen mest meer. Dan neemt de klaver het over. Deze mestruimte kunnen we goed gebruiken in het voorjaar. We kunnen voor de eerste en de tweede snede nog steeds ruim 30 kuub mest per hectare rijden. Ook het maïsland bemesten we met 40 kuub per hectare. Op scheurland zou je volgens adviseurs geen drijfmest hoeven rijden. Ik betwijfel dat. Volgens mij kost dat toch wat opbrengst.”
Dierdagdosering op nul
De veehouder vertelt dat de gewas- en bodemanalyses leidend zijn bij de bemesting. „Ik strooi zo nodig extra sporenelementen bij. Een goede gezondheid van de koeien begint bij een gezond gewas met ook voldoende sporenelementen.” Hij illustreert dit met de vruchtbaarheids- en gezondheidscijfers. Zo realiseerde het bedrijf het laatste jaar een tussenkalftijd van 380 dagen.
Ook mastitis komt met vier à vijf gevallen weinig voor en het celgetal schommelt het hele jaar rond de 50 tot 60 cellen. Daarnaast is het antibioticagebruik erg laag. „Ik kreeg net een overzicht van het afgelopen kwartaal met de dierdagdosering. Die stond op nul. We gebruiken ook geen antibiotica meer bij het droogzetten. Ik denk dat een goede mineralenvoorziening op het land en aanvullend aan het voerhek daar zeker aan bijdraagt.”
Op dit moment wordt al het gras op een betonplaat ingekuild. Alleen de maïs zit in een sleufsilo. Om broei te voorkomen, komt er een laag grond op de graskuilen. „Wil je broei voorblijven, dan is zand een must. Zodra bij veel neerslag wat zand wegspoelt, brengen we er direct weer nieuw zand op.”
Sleufsilo op verlanglijstje
Wel staat een sleufsilo op het ‘verlanglijstje’. „Dit is niet zozeer om arbeidstechnische redenen. We halen de grond er namelijk af met een shoveltje en hebben er daarom niet veel werk aan. We willen graag ook het gras in sleufsilo’s omdat we dan meer opslag per vierkante meter creëren. Je kunt dan de kuil ‘vierkant’ vullen en de zijkanten beter aanrijden. Met de groeiplannen in het verschiet hebben we die ruimte wel nodig.”
Een inkuilmiddel gebruiken ze niet standaard. Volgens Van Rossum wordt dit alleen toegepast als de kuil niet droog genoeg wordt. „Als de omstandigheden goed zijn, heeft een inkuilmiddel in mijn optiek nauwelijks toegevoegde waarde.”
Praktische tips
Van Rossum bereid zich voor op de Regiodag Melkvee die op zijn bedrijf wordt georganiseerd. „Toen Vee & Gewas mij vroeg of ik hier aan mee wilde werken, was ik direct enthousiast. Je komt wellicht tot nieuwe inzichten en krijgt praktische tips. Niet dat we iets nieuws direct uitproberen, maar we volgen het wel allemaal. Als het in ons eenvoudige systeem past, durven we ook wel buiten de gebaande wegen te gaan. Het toepassen van rode klaver is daar een mooi voorbeeld van.”