Minder korting nodig in fosfaatreductieplan

De stemming was vorige week nog in mineur. Na de uitspraak van de rechter geloofden nog weinigen dat de fosfaatreductie gehaald zal worden en dat Nederland de derogatie binnen kan slepen. De Tweede Kamer plande er donderdag een debat voor in, en verschoof de behandeling van het zesde actieprogramma nitraatrichtlijn om daar plaats voor te maken. Maar als boeren hun vertrouwen in het plan verliezen, zal de reductie zeker niet gehaald worden. Het was dus tijd voor een goed-nieuws-show van de staatssecretaris in de Tweede Kamer.

Op koers

Het fosfaatreductieplan ligt op koers, vertelde Van Dam, cijfers in de hand. De sector heeft in het eerste kwartaal 5 miljoen kilo fosfaat verminderd, maar omdat andere sectoren zijn gegroeid, is het nettoresultaat 4,5 miljoen kilo. Dat is meer dan van te voren was verwacht. Bovendien concludeert het ministerie, op basis van monitoring van de cijfers van de afgelopen maanden, dat de goede lijn in dit kwartaal wordt doorgetrokken. "Maar we zijn er nog niet", waarschuwde de staatssecretaris. "We moeten nu koers houden, en nog een extra stap zetten om het doel te bereiken." Maar die extra stap wordt niet zo groot als eerder ingecalculeerd. In het plan waren vier tranches voorzien, waarbij in de derde tranche een reductie van 20 procent was voorzien, en een vierde tranche met een korting van 40 procent. Maar die vierde tranche zal niet nodig zijn, denkt Van Dam, en die derde tranche zal minder bedragen dan 20 procent. De precieze cijfers zal hij volgende week, of in het begin van de week daarna, bekend maken.

Risico's

Daarbij gaat de staatssecretaris ervan uit dat er geen grote tegenslagen komen. Desondanks definieerde hij vier risico's:

• Hij stuurt nu op voorlopige cijfers. De definitieve cijfers over de fosfaatproductie komen in juni, en die kunnen afwijken.
• De uitslag van het hoger beroep, en eventuele volgende rechtszaken, kan de staatssecretaris niet inschatten.
• De regels voor het jongveegetal worden aangepast. De gevolgen daarvan zijn nog niet precies in kaart gebracht.
• De groei van de fosfaatproductie in andere sectoren kan de bereikte reductie beïnvloeden.

Maar de meeste van deze risico's leiden tot verschuivingen van misschien een paar ton. Die moeten op te vangen zijn met de buffer die in het plan is ingebouwd; waar Nederland 6,6 miljoen ton over het fosfaatplafond zit, zet het reductieplan in op een krimp van 8,2 miljoen ton.