Halve ton drogestof per hectare meer gras in 2016

In 2014 was de grasproductie met 12 ton droge stof per hectare nog 300 kilogram drogestof per hectare hoger dan in 2016. De verschillen kunnen deels verklaard worden door het warmere weer in 2016, ten opzichte van 2015. Maar 2016 was met een gemiddelde van 14,81 graden C ook wamer in de zeven maanden van het groeiseizoen dan in 2014, toen de gewasopbrengst het hoogst was. Naast de temperatuur speelt natuurlijk ook de vochttoestand een rol. Vorig jaar zorgden de stortbuien in juni en juli voor opbrengstderving door wateroverlast en in september viel de grasgroei stil door het extreem warme weer, waardoor het vochttekort hoog opliep.
17,6 ton ds /ha maximaal
In 2016 hadden 7 Koeien & Kansen-bedrijven en De Marke een hogere grasopbrengst dan in 2015. Opvallend was dat het biologische bedrijf (13) in 2016 zonder extra bemesting bijna 4 ton droge stof per hectare gras meer van het land wist te halen ten opzichte van 2015. Mogelijk dat de warme omstandigheden gunstig waren voor de ontwikkeling van het grasland met klaver. Op 9 Koeien & Kansen-bedrijven was de grasopbrengst lager dan in 2015. Op de meeste van deze bedrijven was de daling beperkt en ruim minder dan 1 ton droge stof per hectare. Alleen op bedrijf 1 was de daling met 1,7 ton droge stof gras iets groter dan op de andere bedrijven. Ondanks de daling is de grasopbrengst van bedrijf 1 met 17,6 ton droge stof per hectare nog steeds het hoogst van alle deelnemende bedrijven.
Bemestingsniveau onveranderd
De hogere grasopbrengsten in 2016 op de Koeien & Kansen-bedrijven en De Marke zijn gerealiseerd met een gemiddelde toegediende hoeveelheid stikstof per ha grasland van 445 kilogram stikstof per hectare (niet alleen werkzaam, maar totale N-gift uit dierlijke mest en kunstmest). Dit bemestingsniveau is nagenoeg gelijk aan het niveau in 2014 en 2015.