Romijn: Fosfaatregeling complexer maar nog steeds functioneel

Afgelopen vrijdag maakte staatsecretaris Martijn van Dam bekend dat de fosfaatreductieregeling wordt beperkt tot alleen melkproducerende bedrijven. Deze wijziging plaatst vleesveehouders, vleeskalverhouders en jongveeopfokkers weer buiten de fosfaatreductieregeling. De consequentie is dat aan de afvoer van dieren vanaf een melkveebedrijf naar deze bedrijven aanvullende voorwaarden worden gesteld. Daarbij moet het aantal jongvee in verhouding zijn met het aantal melkkoeien. Het aandeel jongvee wat op het melkveebedrijf op 28 april aanwezig was, wordt daarvoor bepalend.
Romijn noemt de 4,5 miljoen kilo fosfaat die is gereduceerd in het eerste kwartaal een sterk resulataat. „Het is een goede opsteker die we kunnen gebruiken in de gesprekken met de EU over het zesde Actieprogramma Nitraatbeleid. We kunnen laten zien dat het werkt.” Volgens Romijn ligt de sector op koers om weer onder het fosfaatreductieplafond te komen. „Maar zijn we er nog niet”, waarschuwt hij. „Ook voor het volgende kwartaal zullen wij er onze schouders onder moeten zetten om de fosfaatreductiedoelstelling te halen.”
Beperkte afvoer jongvee mogelijk
Voor elk melkveebedrijf zal een jongveeverhouding worden bepaald. Dit zogeheten jongveegetal vertaalt de verhouding tussen het op het bedrijf aanwezige jongvee en het aantal afgekalfde koeien. Afvoer van jongvee telt alleen mee als reductie, als naar verhouding (in GVE) een gelijk aantal koeien die hebben afgekalfd, wordt afgevoerd. Wanneer de verhouding jongvee en koeien die hebben afgekalfd verandert als gevolg van een beperktere hoeveelheid jongvee, zal bij het berekenen van het maandgemiddelde (in GVE) op het bedrijf worden uitgegaan van het jongveegetal en dus niet van het daadwerkelijk aantal aanwezige jongvee.
Gevolg van deze aanpassing is dat afvoer van jongvee vrij plaats kan vinden naar niet-melkproducerende bedrijven, zolang men aan deze verhouding voldoet. Ook afgekalfde koeien kunnen, naast voor slacht, dood, export of een ander melkveebedrijf, worden afgevoerd naar een niet-melkproducerend bedrijf. Voor de koeien die hebben afgekalfd wordt wel de voorwaarde gesteld dat deze dieren niet binnen 4 maanden terugkeren op hetzelfde bedrijf. Dit maakt afvoer voor bijvoorbeeld vetweiden of vetmesterijen mogelijk. Via het I&R-systeem zal worden gecontroleerd of dieren inderdaad niet terugkeren op het bedrijf.