Nieuwe indeling voor rassenlijst Engels raaigras 2017

„De eerste en tweede snede zijn veruit het belangrijkst, maar ze zijn verschillend van samenstelling", motiveert Jos Groot Koerkamp, namens brancheorganisatie Plantum, de beslissing om het nieuwe kenmerk op te nemen op de lijst. „In het algemeen is de eerste snede eiwit- en energierijker en heeft de tweede meer structuur. Ook zien we in de praktijk duidelijk verschil in groeipersistentie tussen rassen. Zo zijn er rassen die voor de eerste snede wat trager op gang komen, maar voor de volgende snedes wel goed produceren. Andersom zijn er die de eerste snede een hoge opbrengst geven, maar daarna wat trager groeien. Maar er zijn ook rassen die zowel voor de eerste als de volgende snedes hoog scoren voor drogestofopbrengst. Dit wilden we graag in beeld hebben.”
Door van rassen beide kenmerken te vermelden krijgen veehouders nieuwe informatie om te sturen op de kwaliteit van de graskuil die ze oogsten.
Totaalopbrengst vervalt
De totaalopbrengst komt daarmee te vervallen. Groot Koerkamp: „De totaalopbrengst is lastig in te schatten. Er zijn relatief weinig percelen die volledig worden gemaaid of volledig worden geweid. Daarnaast is het ene seizoen veel langer dan het andere. Kortom, er zijn teveel omstandigheden die te totaalopbrengst beïnvloeden. Persistentie van groei geeft daarom een veel werkbaarder kengetal.”
Nederlandse rassenlijst uniek
Het unieke van de Nederlandse rassenlijst is ook nog dat de rassen getest worden op zowel maai- als beweidingsproeven. Daardoor kan er een nog betere keuze worden gemaakt om percelen in te zaaien die overwegend worden gebruikt voor beweiden of maaien.
Tekst: Plantum