LTO blij met aanpassing definitie grondgebondenheid

Romijn geeft aan dat de oplossing mogelijk is gemaakt door overleg van de zuivelketen met RVO.nl „Dit komt tegemoet aan zorgen van extensieve melkveehouders met een relatief lage melkproductie, zonder dat de uitvoering van de regeling vertraging oploopt”, aldus de LTO-vakgroepvoorzitter.
Maandreferentie voor niet-melkleverende bedrijven
Ook reageert LTO positief op de aanpassing van de referentie voor niet-melkleverende bedrijven. Deze bedrijven kunnen nu kiezen voor 15 december 2016, de referentiedatum die als bestond, of een maandreferentie. Dat betreft het aantal dieren dat in dezelfde maand in 2016 gehouden werd. De maandreferentie zal gelden voor de maanden april, juni, augustus, oktober en december 2016. Per periode zal RVO.nl rekenen met de voor de ondernemer meest gunstige situatie.
Volgens Jos Bolk, voorzitter vakgroep Vleesveehouderij is het goed om te zien dat de staatssecretaris oog heeft voor de knelpunten waar ondernemers tegenaan lopen. „Bedrijven kunnen nu in 2017 hun normale bezetting weer realiseren zoals in 2016. Dit biedt vooral voor vetweiders, bedrijven met zoogkoeien en jongvee opfokbedrijven weer ruimte.”
Gevoelig punt
Bolk geeft wel aan dat het een gevoelig punt blijft dat bedrijven die na 15 december 2016 meer dan twee dieren aanvoerden onder de regeling vallen. „Dit werd pas op 17 februari 2017 bekend gemaakt en veel vleesveehouders hadden toen al dieren aangevoerd. De aanpassingen lossen dit nu niet op, maar bieden wel ruimte om er in 2017 op een praktische wijze invulling aan te geven.”