Tien procent veehouders stelt rantsoen helemaal zelf samen

Twintig procent van de bevraagde melkveehouders die wel gebruik maken van de diensten van een voeradviseur, geeft aan helemaal zelf het voederrantsoen te willen samenstellen, indien er een programma voor zou zijn. Iets meer dan de helft antwoordt met ‘nee’ en ongeveer een kwart ‘weet het (nog) niet’.
Inkoop
Van de 10 procent veehouders die helemaal zelf het voederrantsoen samenstellen (dus zonder de hulp van de voerleverancier), koopt 50 procent alleen krachtvoer in. Negen procent koopt alleen enkelvoudige grondstoffen in. De overige veehouders kopen beiden in; krachtvoer en enkelvoudige grondstoffen. 61 procent van deze veehouders is helemaal op de hoogte van de samenstelling van het krachtvoer; ongeveer 28 procent is gedeeltelijk op de hoogte van de samenstelling van het krachtvoer; 11 procent niet.
Voerkosten drukken
De helft van de deelnemende melkveehouders weet niet hoeveel ze uitgeven aan krachtvoer en voergrondstoffen (per liter melk). Onderstaande opties zijn de vijf meest genoemde mogelijkheden om de voerkosten te drukken.
• Hogere opbrengsten eigen voedergewassen (41 procent)
• Hogere melkproductie per koe organiseren (38 procent)
• Voederrantsoen samenstellen en (nog) meer letten op kosten (26 procent)
• Minder krachtvoer voeren (14 procent)
• Meer enkelvoudige voeders in het rantsoen opnemen (11 procent)
Kwart kiest ras niet zelf
In totaal deden 800 maïstelers mee aan het online marktonderzoek van Geelen Consultancy, waaronder een klein aantal niet-melkveehouders. Ongeveer een kwart van de 800 maïstelers houdt zich helemaal niet bezig met de keuze voor een bepaald maïsras. Deze groep volgt blindelings het advies op van de loonwerker of de voeradviseur.
De zogenaamde MaïsScan is uitgevoerd door agrarisch onderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen.