Nieuwe Landelijke Landbouwnormen bekend

Zonder normbedragen zou elke accountant voor ieder afzonderlijk bedrijf een waarde van de verschillende activa en voorraden vaststellen op balansdatum. Ook kan er dan nog een discussie ontstaan met de Belastingdienst over de juistheid van de waardering. Deze normen zijn voor de gehele Belastingdienst in Nederland bindend.
Melkvee (gebruiks- en fokvee) mag volgens de individuele methode gewaardeerd worden of volgens het gemiddeldewaardesysteem, zo hebben de belastingdienst en LTO Nederland onlangs afgesproken. In het eerste geval wordt een waardering per dier gehanteerd. De dagelijkse of maandelijkse opfokkosten dienen dan aan de waarde van het zelfgefokte kalf of aan de aankoopprijs van gekocht jongvee te worden toegevoegd. Deze toevoeging gebeurt vanaf de geboorte of aankoop tot aan de eerste afkalving.
Bij het gemiddelde waardesysteem wordt de waarde niet per dier bepaald, maar per groep dieren in een bepaalde categorie (jonger dan één jaar en wel of niet aangekocht, jongvee ouder dan één jaar en wel of niet aangekocht en nieuwe melkkoeien (eerste keer afgekalfd)). Er hoeft daarom geen rekening te worden gehouden met het moment gedurende het boekjaar, waarop het dier is geboren of gekocht of heeft gekalfd: er wordt voor alle dieren vanuit gegaan, dat dit halverwege het boekjaar is gebeurd.
Afschrijving op landbouwmachines
Landbouwmachines mogen afgeschreven worden volgens de boekwaardemethode of volgens de lineaire methode. De boekwaardemethode mag alleen toegepast worden dat een bedrijfsmiddel de eerste jaren meer nut oplevert dan de latere jaren (en technische ontwikkelingen kunnen daarvoor een aanwijzing zijn). Bij de boekwaardemethode is de afschrijving de eerste jaren hoger en de latere jaren lager dan bij de lineaire afschrijving. Bij de lineaire afschrijving wordt ieder jaar hetzelfde bedrag afgeschreven, dat gebaseerd is op de aankoopsom, de restwaarde en de gebruiksduur.
Lees hier alles over de Landelijke Landbouwnormen.
Tekst: VLB
Beeld: Susan Rexwinkel