Hoogleraar hekelt afname melkconsumptie ten gunste van frisdrank

Van Hooijdonk zei dit tijdens zijn afscheidsrede als buitengewoon hoogleraar Zuivelkunde aan Wageningen University die hij op 20 oktober hield.

Volgens Van Hooijdonk levert frisdrank slechts energie en bevat het geen hoogwaardige voedingsstoffen, terwijl de ecologische voetafdruk van frisdrank nu ongeveer even groot is als die van melk. „De nutriëntenvoorziening van veel mensen zou aanzienlijk kunnen stijgen door terug te grijpen op melk in plaats van frisdrank”, aldus Van Hooijdonk.

De consumptie van melk daalt in de westerse landen al meer dan een halve eeuw, gemiddeld met ruim een liter per jaar. Melk levert een aanzienlijke bijdrage aan de inname van belangrijke voedingsstoffen, zei Van Hooijdonk. „Melk is de nummer één leverancier van nutriënten als calcium, fosfor, kalium en de vitamines A, B12 en B2. En voor de dagelijkse inname van magnesium, jodium en zink staat melk op de tweede plaats.”

Betere eiwitkwaliteit

Als eiwitleverancier komt melk op de tweede plaats, na vlees. Dierlijke producten zoals vlees, eieren en zuivel leveren 35 procent van de eiwitten in het eetpatroon. Van Hooijdonk legde uit dat eiwitten de belangrijkste en duurste macronutriënt vormen in het voedingspatroon van de mens, die in relatief grote hoeveelheden voor het lichaam nodig zijn.

„Zelfs kleine hoeveelheden vlees en zuivelproducten verbeteren al de voedingsstatus bij mensen met een laag inkomen.”, stelde de hoogleraar. Eiwitten van dierlijke oorsprong hebben een andere kwaliteit dan die van plantaardige bronnen. „De eiwitkwaliteit van dierlijke eiwitten is ‘hoger’ doordat deze eiwitten zijn opgebouwd uit meer soorten bouwstenen, de aminozuren. Dierlijke eiwitten bevatten essentiële aminozuren, zoals lysine,” verklaardeVan Hooijdonk. „Deze verteerbare, essentiële aminozuren zijn niet vervangbaar en kunnen door het lichaam niet worden gemaakt. Ze moeten dus via de voeding worden aangevuld.”

Meer aandacht bij productontwikkeling

Omdat planteneiwitten een andere kwaliteiten hebben dan dierlijke eiwitten is het volgens hem van belang de aminozuursamenstelling van een eiwitmengsel te bezien. Als voorbeeld noemde Van Hooijdonk de vervanging van vleeseiwitten door eiwitten uit graan: „Bij zo’n vervanging daalt de eiwitkwaliteit in de voeding met 30 procent. Dat betekent dat je er meer van moet nemen om de aanbevolen hoeveelheid essentiële aminozuren binnen te krijgen. Dat geldt ook voor de vervanging van melkeiwitten. Voor het verschil in eiwitkwaliteit is nauwelijks aandacht”, zei hij in zijn rede. „Ook de zuivelindustrie kan hier meer aandacht aan besteden bij de productontwikkeling, vooral in armere delen van de wereld.”