Topkuil met drijfmest in plaats van kunstmest

Johan Dekker is één van de Koeien & Kansen deelnemers die deze werkwijze test. Johan maakt al langer gebruikt van de Bedrijfseigen Fosfaatnorm (BEP), maar loopt er tegenaan dat hij geen mest hoeft af te voeren vanwege de fosfaatgebruiksnorm, maar wel vanwege de stikstofgebruiksnorm. Er was dus wel een BEP die een hogere fosfaatbemesting toestond met dierlijke mest, maar die in praktijk niet kon worden gebruikt vanwege de stikstofgebruiksnorm met dierlijke mest. Tegen dit probleem lopen meer ondernemers aan.
Bedrijfseigen derogatienorm
Bij gebruikmaking van de BES systematiek wordt op basis van de BEP norm per hectare, met de stikstof-fosfaat verhouding in de drijfmest een bedrijfseigen (experimentele) stikstofnorm voor dierlijke mest uitgerekend. Belangrijk is wel dat de extra kilo’s stikstof uit dierlijke mest dan één op één worden afgetrokken van de kunstmeststikstof gebruiksruimte. Bovendien is belangrijk dat de ammoniakemissie hierdoor niet stijgt. De BES-norm voor 2015 en 2016 bedroeg 350 kilo stikstof per hectare, in plaats van de gebruikelijke derogatienorm van 250 kilo stikstof.
15 ton drogestof grasprobrengst
Met meer stikstof uit drijfmest en minder uit kunstmest probeert Johan zijn ruwvoerproductie van eigen grond op peil te houden en als het even kan een Topkuil te maken. De gemiddelde grasopbrengst lag in de jaren 2012 t/m 2014 op 15 ton droge stof op de vruchtbare kleigrond van Flevoland. In 2015 realiseerde Johan een grasopbrengst van 14 ton droge stof. Alles wijst erop dat dit jaar de 15 ton wel gehaald gaat worden.
Water toegevoegd
Naast de opbrengst is de kwaliteit ook belangrijk voor een efficiënte melkproductie. Een voordeel van kunstmeststikstof is de zekerheid van werking. De stikstofwerking van drijfmest is van meer factoren afhankelijk, zoals bijvoorbeeld bodemleven, bodemtemperatuur en vocht. Zo wordt, op de voorjaarsbemesting na, structureel water toegevoegd tijdens het sleepslangen. Dit voorkomt bovendien ammoniakemissie. Het is dan ook puzzelen met de bemesting om met name in de massa van de eerste en tweede snee een optimaal VEM en ruweiwit te realiseren.
De eerste snee bevatte 40 procent drogestof, 982 VEM en 173 RE en een tegenvallende opbrengst van 3750 kg drogestof per hectare. Beoordeeld aan de parameters van Topkuil scoort de eerste snee een 7,5.
1000 ton minder mestafzet
Wanneer met de toepassing van meer drijfmest en minder kunstmest de kwaliteit en kwantiteit kan worden gehandhaafd en het milieu niet nadelig wordt beïnvloed, wenkt een groot economisch perspectief. Voor Johan zijn de directe voordelen 1000 ton minder mestafzet en 10 ton minder kunstmestaanvoer. Daarnaast is de aanvoer van effectieve organische stof 600 kg per hectare hoger. Dit moet op termijn zich ook vertalen in meer opbrengst. Een voorzichtige raming leverde een totaal financieel voordeel van 1 cent per kilo melk. Het experiment wordt de komende jaren voortgezet.
Dit artikel is geschreven in het kader van Topkuil. Melkveehouders kunnen hun voorjaarskuil aanmelden voor de Topkuilcompetitie. Het aanmelden van de kuil kan via de aanmeldpagina. Na het aanmelden beschikt elke deelnemer over de mogelijkheid om meer detailinformatie van de beste landelijke en regionale kuilen te bekijken.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Tekst: Jaap Gielen, melkveespecialist Countus
Beeld: Countus