Grote spreiding N én P gehalte in mest
Voor een deel wordt deze variatie verklaard door het drogestofgehalte. Maar ook na correctie voor drogestofgehalte blijven er grote verschillen bestaan. Het onderzoek vond plaats binnen het kader van het praktijknetwerk "Waarheen met Ammoniak op Veen", waar ongeveer 40 bedrijven aan hebben deelgenomen.
Voerbenutting
Het verschil wordt voor een groot deel verklaard door de benutting van stikstof en fosfaat in het voer. Hoe hoger het benuttingspercentage, hoe lager het stikstof- en fosfaatgehalte in de mest. Het benuttingspercentage van fosfaat varieert van 28 tot 32 procent en het benuttingspercentage van stikstof varieert van bijna 22 tot ruim 24 procent. In de Kringloopwijzer is de benutting van de mineralen te zien aan het kengetal ‘efficiëntie voeding’.
Mest met water
Een ander deel van de variatie heeft te maken met de samenstelling van de mest. Betreft het alleen mest van melkvee of is het gemengd met mest van jongvee? Ook de vervluchtiging van ammoniak speelt een rol, afhankelijk van staltype, dakisloatie en de frequentie van mixen. Netwerk Verantwoorde Veehouderij raadt aan mest met water aan te wenden.