RVO: Geen strafrechtelijk staartje in zaak Van der Ploeg, wel financiële gevolgen

De Friese veehouder was door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gewaarschuwd, tot een dwangsom aan toe. De inspecteurs van de overheidsinstantie stonden erop dat hij zijn vee beter moest gaan verzorgen. Dat ze meer ruimte kregen om te liggen, lopen en vreten. Toen hij dat niet deed werden de meest hulpbehoevende dieren in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) meegenomen naar een zogeheten opslaghouder. Nu blijkt dat Van der Ploeg meerdere stallen heeft op meerdere locaties. „De 200 koeien die wij meenamen mochten terug naar de melkveehouder, omdat hij ze op één van zijn andere locaties huisvest. Dus is het probleem van overbezetting opgelost”, aldus Michel van der Maas, woordvoerder van de RVO. Waarom hij zijn vee niet direct verhuisde na waarschuwing van de NVWA, is bij de overheidsinstantie onduidelijk.
Gevolg
„Er was geen sprake van ernstige diermishandeling, waar de dierenpolitie aan te pas moet komen. In dat geval zou het een strafrechtelijke zaak zijn. Maar de situatie op het bedrijf was ondermaats en daarom grepen we in als RVO zijnde, dan is het dus een bestuursrechtelijke zaak ”, zo is de uitleg van Van der Maas. Enige gevolg voor de veehouder is nu een financiële afrekening. RVO telt de kosten van de in bewaring neming bij elkaar op: controleren van het vee door een dierenarts op het moment van meenemen, medische kosten, transport kosten, voerkosten van de periode van in bewaring, verzorgingskosten, controleren van het vee door een dierenarts op het moment van terugbrengen van het vee naar Van der Ploeg zijn stal, plus overige kosten die zijn gemaakt in deze kwestie. De optelsom wordt niet bekend gemaakt. Volgens de woordvoerder kan dat in sommige gevallen oplopen tot een bedrag met zes nullen.
Al eerder kwam het bedrijf in Ureterp in het nieuws. In februari werd de melkveehouder door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven nog in het gelijk gesteld, de NVWA kon toen onvoldoende wetenschappelijk onderbouwen dat het voor de koeien noodzakelijk is om een eigen ligplaats te hebben. Het bedrijf bleef onder verscherpte toezicht door de overheidsinstantie. En in april was er dus wel voldoende bewijs verzamelt om tot ingrijpen over te gaan. Van der Maas legt uit dat per kwestie wordt bepaald of verscherpt toezicht nodig is of blijft. In het geval van Van der Ploeg is niet bekend gemaakt welk soort toezicht de instanties gaan toepassen, maar op dit moment voldoet het bedrijf aan de eisen van de controlerende instantie.
Aantijging Van der Ploeg
De melkveehouder laat het er niet bij zitten. De RVO meldt dat hij verschillende klachten heeft ingediend ‘over de gang van zaken’. Zo zou hij niet tevreden zijn met de invloed van het slepen met zijn veestapel, op de gezondheidsstatus van zijn bedrijf. Van der Maas zegt dat de RVO juist ingrijpt op bedrijven die het dierwelzijn en de diergezondheid zelf niet goed op orde hebben. „Wij zijn dan ook heel voorzichtig met het vee dat we in bewaring nemen. We leveren uiterst goede medische zorg. Daarnaast controleren dierenartsen de dieren zoals gezegd bij aankomst en zodra ze terug gaan naar hun eigenaar. Bij een dergelijke klacht zou dus wel heel duidelijk bewijs moeten komen ter onderbouwing.” Doel van de RVO is dat dieren in veel gevallen zelfs gezonder op het bedrijf terug keren dan dat ze het erf verlieten.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Agrio archief