‘Kuil tweede snee niet droger in dan 45 procent’

Volgens ruwvoeradviseur Gerard Abbink is de tweede snede kwalitatief een heel ander product dan de eerste snede. Vooral in het oosten en zuiden staat het gras op veel percelen al in bloei. „Dat is heel normaal voor de tweede snede, gezien het feit dat de bloeitijdstip van de meeste productiegrassen zo rond half juni ligt. De tweede snede heeft altijd de neiging om te gaan schieten.”
Daar komt volgens Abbink bij dat sommige percelen wat droogtestress hebben gehad in het begin van de hergroei , en soms ook niet bemest zijn met drijfmest. „Een gewas in stress gaat sneller bloeien. Deze omstandigheden maakt dat het product van nature trager verteerbaar is.”
Minder kans op broei
„Door de tweede snede wat natter in te kuilen hou je de verteerbaarheid op peil. Daarnaast biedt een lager drogestofpercentage in het geval van de ‘lasagnekuilen’ een voordeel. Een zwaarder natter product boven op de droge eerste snede kan het risico op broei aanzienlijk verminderen”, aldus de ruwvoeradviseur