Meer blijvend grasland ten koste van tijdelijk gras

De stijging van het areaal blijvend grasland vond vooral plaats in Zuid-Nederland. Het areaal nam in Noord-Brabant en Limburg met respectievelijk 26 procent en 30 procent toe. In West-Nederland daalde de oppervlakte blijvend grasland met 1 procent. In Noord- en Oost-Nederland was er geen toe- of afname van de oppervlakte grasland.
Minder tijdelijk grasland in Zuid-Nederland
Het areaal tijdelijk grasland neemt al sinds 2012 toe. In 2015 kwam er 6,3 duizend hectare bij, een toename van 3 procent. In voorgaande jaren was de groei gemiddeld 11 procent. In Noord-Nederland, Oost-Nederland en West-Nederland steeg de oppervlakte tijdelijk grasland in 2015 met respectievelijk 8, 12 en 13 procent. In Zuid-Nederland nam het areaal met 13 procent af. In dit landsdeel is veel tijdelijk grasland omgezet in blijvend grasland.
Nederland telt iets meer dan 1,8 miljoen hectare landbouwgrond. Daarvan is circa 1 miljoen hectare grasland. Het areaal grasland schommelt al sinds 2000 rond dit niveau. In 2015 was er 714 duizend hectare blijvend grasland (71 procent), en 242 duizend hectare tijdelijk grasland (24 procent) en 52 duizend hectare natuurlijk grasland (5 procent).
Nauwelijks minder maïs
In de media kwamen geruchten dat er dit jaar minder maïs zou zijn gezaaid. Op basis van een poll van Melkvee.nl, waar ruim 850 melkveehouders op stemden, lijkt er een kleine verschuiving naar minder maïs, al is het verschil minimaal. Bijna 20 procent zei inderdaad minder maïs te hebben gezaaid en bijna 3 procent melde dit jaar helemaal geen maïs meer te verbouwen. Daartegenover gaf 21 procent aan juist meer maïs te hebben. Bij 39 procent bleef het maïsareaal gelijk. De overige veehouders verbouwen al jaren geen maïs.