GD: groter melkveebedrijf heeft meer kans op infectieziekte

Dit zei Ynte Hein Schukken, Directeur Diergezondheid, op een symposium van voeradditievenleverancier Speerstra in Follega (FR).
Als voorbeeld noemt Schukken de recente uitbraak van Myclasma bovis, waarbij vooral bedrijven met een bovengemiddelde omgang werden getroffen. Ook noemt hij de infectieziekten Salmonella, Para TBC en BVD.
„Op grotere bedrijven zijn er meer dieren aanwezig die daardoor ook meer contactmoment hebben. Daarnaast is er door de omvang ook grotere kans dat er een drager van een bepaalde ziekte op het bedrijf rondloopt”, geeft de GD-directeur aan. Ook is ziet hij de continue instroom van jongvee op grotere bedrijven als nadeel op dit vlak. „Het aantal dagen dat bijvoorbeeld geen kalveren worden geboren en er dus even tijd is dat bepaalde ziektekiemen niet van de ene groep naar de andere groep worden overgebracht, is op grotere bedrijven veel minder dan op kleinere bedrijven.”
Automatische spraysystemen onnauwkeurig
Tijdens de bijeenkomst kwam ook het nauwkeurig dippen ter sprake om een mastitisuitbraak te voorkomen. Het aantal automatische spraysystemen om het dippen te automatiseren is met de groei van het aantal grotere melkstallen en de opkomst van de melkrobot, fors toegenomen. Toch werken deze systemen volgens Schukken te onnauwkeurig.
Hij merkt dat vooral op grotere bedrijven, door tijdsdruk, het dippen te wensen overlaat. „Met investeert dan in een automatische sprayinstallatie, met als gevolg dat het hele uier bruin is van jodium, maar er onvoldoende dipmiddel op de spenen terecht komt.” Ook op robotbedrijven waar, of helemaal niet wordt gedipt, of gewerkt wordt met een automatische sprayinstallatie op de melkrobot, speelt het probleem.
Als gevolg daarvan ziet Schukken bepaalde bacteriën weer de kop op steken. „We zien bijvoorbeeld dat bepaalde bedrijven weer te maken krijgen met de Streptococcus Agalactiae, een bacterie die nauwelijks meer voorkwam.