Column: De NMV ziet niets in filosoferen over ‘nieuwe verdienmodellen’

Die langjarige zekerheid en rust komen er alleen maar als de politiek zich echt wil verbinden aan de uitkomst van onderhandelingen over een akkoord. Daar hebben wij, de NMV, de nodige twijfels over. Ervaringen uit het verleden beloven niet veel goeds. Rupsje Nooitgenoeg is een ware plaag in Den Haag.
Een akkoord moet alleen met de landbouw worden gesloten en met niemand anders. De georganiseerde landbouw is de enige onderhandelingspartner voor het kabinet. Wij weigeren in een ‘brede maatschappelijke discussie’ te belanden met allerlei partijen die niet dagelijks werken met dieren en grond.
De NMV ziet niets in filosoferen over ‘transitie-paden’ en ‘nieuwe verdienmodellen’. Wij willen dat in de melkveehouderij gezinsbedrijven een fatsoenlijk inkomen met melken kunnen verdienen, nu en in 2040. Wij willen dat het aan de boer is welk pad hij daarbij kiest. Wij geloven niet in door de politiek bedachte ‘wens-model-bedrijven’. Wij willen maatschappelijk verantwoord blijven boeren waarmee we het respect in onze directe omgeving houden.
Gaat de NMV meedoen aan de totstandkoming van een Landbouwakkoord? De brief van minister Adema zou je als een handreiking kunnen lezen. Maar als het kabinet op dezelfde dag vier andere brieven naar buiten brengt die zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de melkveehouderij en de zuivel, dan is het niet vanzelfsprekend om op de uitnodiging in te gaan.
Nu onvoorwaardelijk aan de onderhandelingstafel plaatsnemen zou naïef optimistisch zijn en dat is de NMV niet
Henk Bleker, voorzitter NMV
Als je alle plannen en maatregelen uit die vier brieven op een rij zet, en je kijkt naar de optelsom van effecten, dan zie je: we komen in een verwoestende orkaan terecht. Boeren moeten meer kosten maken om minder koeien te mogen melken. Welk bedrijf kan investeren met een structureel negatief rendement? Door de stoppersdwang en het verlies van grond voor de gehele sector, krijgen we met een daling van de Nederlandse melkaanvoer te maken die we nooit eerder hebben gezien. Wat gaat dit betekenen voor de industrie? Voor de export? En voor de kennisinstituten in de zuivelbranche?
Nu onvoorwaardelijk aan de onderhandelingstafel plaatsnemen zou naïef optimistisch zijn en dat is de NMV niet. Het lijkt een beetje op praten met iemand over de inrichting van je huis, terwijl het bedrijf waar deze persoon vandaan komt (het kabinet) de sloopkogel voor je voorgevel heeft gehangen.
Wij gaan niet onderhandelen over een Landbouwakkoord met een minister van wie wij nog niet zelf hebben kunnen vaststellen dat hij diep doordrongen is van de ernst van de situatie in onze sector. We hebben het vertrouwen dat we met de minister een eind komen, maar willen dat eerst zelf zien. Een indringend gesprek met de minister over de crisis bij boeren, met de harde feiten op tafel, zal moeten uitwijzen of we een gemeenschappelijk beeld hebben. Als dat er niet is, is verder praten zinloos.
Tekst: Henk Bleker
Beeld: Susan Rexwinkel