‘Niet meer koeien in de wei door premie’

Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken maakte woensdag bekend dat voor de stimulering van weidegang maximaal 750 euro per melkveehouder beschikbaar is die zijn koeien volledig weidt beschikbaar is. Voorwaarde is dat de melkveehouder voor het maaien van de eerste snede weidegang voor melkvee toepast. En verder moet de melkveehouder meewerken aan een vervolgproject waarin de leerervaring van vroege weidegang wordt gedeeld. Daarnaast is 250.000 euro gereserveerd voor deelname aan weidevogelpakket.

De Boer onderscheidt drie groepen melkveehouders; melkveehouders die hun koeien bij het begin van het weideseizoen direct naar buiten doen, melkveehouders die na de eerste snede beginnen met weiden en melkveehouders die geen beweiding toepassen. „Deze laatste groep gaat niet switchen. Daarvoor is de premie te laag. Ik verwacht ook niet dat veel melkveehouders die normaal gesproken na de eerste snede beginnen weiden nu daar eerder mee beginnen. Het zijn vooral de boeren die kun koeien toch al aan het begin van het weideseizoen naar buiten doen die van dit bedrag profiteren. Voor hen is die 750 euro mooi meegenomen.”

Toch vindt De Boer het totale duurzaamheidspakket van de staatssecretaris goed. „Het is een goede zaak dat vanuit het pakket ook stimulans komt om IBR en BVD aan te pakken.”
Ook Jan Kappers, sectormanager melkveehouderij bij Alfa accountants verwacht net als De Boer de 750 euro premie niet tot meer koeien in de wei leidt. „Grotere melkveehouders zullen hun koeien niet meer en eerder naar buiten doen. De eerste snede in de kuil is een borging van een wintervoorraad van goede kwaliteit en kwantiteit”, aldus Kappers. Volgens hem is de vergoeding wel interessant voor kleinere melkveebedrijven. „Maar die koeien kwamen voor de eerste snede toch al in de wei.”