‘Ruwvoeroptimalisatie basis voor meer melk uit ruwvoer’

Jaspers begrijpt dat veehouders in eerste instantie meer aandacht voor de koe hebben, maar vindt het een goede zaak dat er meer aandacht komt voor het ruwvoerproces. „Voorheen werd er tot achter de komma veel aan rantsoenen gerekend, maar het belang van veel en goed ruwvoer en veel melk uit eigen ruwvoer wordt steeds meer voelbaar in de portemonnee, en zeker niet onbelangrijk, ook in arbeid”, geeft hij aan.

Een rantsoen bestaat gemiddeld voor 65 procent uit ruwvoer, en daarom is volgens de sectormanager een betere grip op dit deel van het rantsoen van grote invloed op ‘probleemloos’ melken. „Als het ruwvoer fris, smakelijk en van hoge kwaliteit is verloopt de rantsoenoptimalisatie een stuk makkelijker en is het resultaat veel voorspelbaarder. Bovendien valt of staat de basis van goed en goedkoop melken nu en in de toekomst bij veel voer van eigen land en veel melk uit eigen voer.”

Pens en bodem lijken op elkaar

Bij ruwvoeroptimalisatie is het volgens Jaspers belangrijk dat veehouders naar de bodem kijken zoals ze naar de pens van de koe kijken. „Een gezonde pens heeft een goed bacterieklimaat en voor een gezonde bodem geldt eigenlijk hetzelfde. Een goede structuur en pH zijn voor zowel de pens als de bodem van levensbelang. De bacteriën in de bodem hebben organische stof nodig om zich te voeden en te vermenigvuldigen en de aanwezige carbonaten in de bodem bufferen de lage pH die ontstaat als de haarwortels voedingststoffen opnemen (ionisatieproces).”

Jaspers geeft aan dat in een pens de bacteriën ruwe celstof nodig hebben en de koe buffert de lage pH door goed te herkauwen op het ruwvoerdeel van het rantsoen. „Als de pH te laag is functioneert de pens niet goed en hetzelfde geldt voor de bodem. Een bodem met een te lage pH legt te weinig voedingsstoffen vast of geeft er te weinig af. Investeren in de productiefactoren bodem en dier zijn dus erg belangrijk voor de veehouderij.”

Koe en gewas liegen niet

Een andere must bij ruwvoeroptimalisatie is volgens Jaspers het luisteren naar de koe en het gewas. “De koe vertelt via haar productie, gezondheid en vruchtbaarheid hoe goed haar voeding is en de omstandigheden zijn. Als je goed luistert zegt ze daarmee heel veel over het grootste deel van haar rantsoen, het eigen geteelde ruwvoer. Als je naar het gewas kijkt zie je weer de overeenkomsten. Het gewas vertelt via haar opbrengst, gezondheid en weerbaarheid hoe goed haar omstandigheden en haar voeding waren. Hoe beter we de omstandigheden voor het dier en het gewas maken, hoe beter ze produceren.”

„Veehouders kunnen meer voer van eigen land en meer melk uit ruwvoer halen als je het gewas met de blik van een akkerbouwer teelt en er net zo goed voor zorgt als voor de koe”, stelt de sectormanager. „Dit vertaalt zich vervolgens in een grotere efficiëntie van mineralen en zal in de toekomst de bewijslast zijn om ook meer mineralen te mogen gebruiken. Zo is de kringloop(wijzer) weer rond”, aldus Jaspers.