Opvallende toename aantal faillissementen melkveehouderij

Drie van de vijf bedrijven ging failliet nog voor het einde van de melkquotering. De lage melkprijs waar de sector vooral deze zomer mee te kampen heeft, lijkt dus niet de hoofdoorzaak voor het stoppen van de bedrijven. De daadwerkelijke reden van de individuele bedrijven is niet beschreven.

Stoppers niet meegeteld

„Naar verwachting zijn veel meer bedrijven gestopt met hun melkveehouderij maar die zijn niet als failliet gekenmerkt door het CBS”, aldus Niek Groot Wassink DLV. De lage melkprijs eist volgens hem wel degelijk zijn tol bij een grote groep boeren, alleen ‘minder zichtbaar’.

„Melkveehouders hebben over het algemeen aardig wat kapitaal onder het bedrijf, alleen de grond is meestal al meer waard dan de hypotheek. Wanneer er niet genoeg geld meer binnenkomt en er dus liquiditeitsproblemen ontstaan, maakt een boer in een dergelijk geval zelf de keuze om te stoppen. Soms gaan die boeren kleiner verder, houden dan alleen nog wat jongvee aan. Of ze verkopen het gehele bedrijf om zo de schulden af te betalen. Maar de stoppers worden niet gekenmerkt als failliet. Waarschijnlijk dat het aantal faillissementen in de melkveehouderij daarom lijkt mee te vallen ten opzichte van bijvoorbeeld de varkenshouderij.”

Varkens

In de varkenshouderij zijn zes faillissementen bekend gemaakt voor 2015. In 2012 en 2013 piekte het aantal faillissementen in deze sector met in totaal 17 bedrijven.