CRV brengt dragers afwijking in kaart

Koeien en stieren die drager zijn (heterozygoot), kunnen zelf prima functioneren. Het probleem zit hem in de kalveren die zowel van vaderskant als van moederskant het defect hebben geërfd. Deze homozygote dieren gaan binnen 1 tot 6 maanden dood aan diarree omdat ze geen vet kunnen opnemen uit voedingsstoffen.
Canadese fokstier
Het defect komt bij de Canadese fokstier Maughlin Storm vandaan. Ook Goldwyn, Talent en Mister Burns zijn drager. Naar schatting van het Duitse rekencentrum VIT is 8 procent van de Duitse veestapel drager. Van alle kalveren die in Duitsland worden geboren, is 0,16 procent homozygoot drager; die kalveren gaan allemaal dood.
Duitse test
Zodra CRV een inschatting heeft gemaakt van het aantal drager-dieren in Nederland, zal de fokkerijorganiatie kijken naar de al dan niet te nemen maatregelen. Daarvoor moet wel eerst een test beschikbaar komen. Tot nu toe beschikt alleen het VIT over een dergelijke test, die overigens nog in ontwikkeling is, zegt Muller. „We hopen dat we de test uit Duitsland ter beschikking krijgen.”
Angst
Onder veehouders heerst de angst dat drager-kalveren ook andere, nog onbekende nadelige eigenschappen met zich meedragen. Vooralsnog is alleen bekend dat bij dragers de cholesterolspiegel 50 procent lager is dan normaal.
Stefan Rensing, woordvoerder van het Duitse VIT, benadrukt dat er nog geen andere gezondheidsdefecten zijn aangetoond in deze groep. „Deze kalveren lijken gewoon gezond. Wel onderzoeken we het mogelijke effect van de lage cholesterolspiegel."
Niet schokkend
Rensing denkt overigens niet dat die effecten schokkend zijn. „De stieren die het defect bij zich dragen, zijn allemaal topstieren. De dochters scoren op alle kenmerken goed. Nadelige gevolgen op de gezondheid of vruchtbaarheid zouden moeten zijn opgevallen. Nu zien we alleen problemen als bij de paring het defect van twee kanten is ingebracht."
Aanpakken
Fokkerijorganisaties hebben diverse mogelijkheden om een erfelijk gebrek aan te pakken. Zo kunnen zij fokstieren testen op dragerschap. Nieuwe dragers kunnen dan van de kaart worden geweerd. Bestaande dragers kunnen van de kaart gehaald worden, of erop blijven als de risico’s beperkt zijn. Middels paringsadvies kunnen dan vervolgens verkeerde combinaties worden voorkomen.
CRV heeft wel vaker erfelijke afwijkingen gezien, zegt Muller. „De maatregelen die we destijds namen met CVM, bleken goed te werken. Hoe we nu te werk gaan zou daarop kunnen lijken."
Meer gebreken aan het licht
Muller verwacht dat er de komende jaren best meer erfelijke gebreken aan het licht kunnen komen. „Niet omdat er meer gebreken zijn dan eerder, maar door DNA-onderzoek zijn steeds meer afwijkingen te traceren. Daardoor kunnen fokkerijorganisaties vervolgens met paringsadvies erfelijke gebreken helpen voorkomen en in de fokprogramma’s de erfelijke afwijking uit de populatie fokken.”
Genomics
Rensing ziet genomics als het instrument om de ziekte snel uit te bannen. „In Duitsland zijn veel mensen tegen alles wat modern is. Maar zonder genomics zou er geen progressie zijn en zouden we de kalversterfte niet zo snel kunnen uitbannen." De VIT woordvoerder verwacht dat het genetisch defect dankzij genomics, over twee of drie jaar zo goed als verdwenen is uit de Holstein populatie.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Agrio archief