'Melkveehouders denken nog niet realistisch over mestverwerking'

Greenferm presenteerde haar fabrieksplannen om mest te gaan verwerken, aan veehouders in de regio Apeldoorn (GD). Het bedrijf heeft ongeveer 300 participanten nodig om te kunnen gaan bouwen. De bijeenkomst was gericht op het informeren en werven van veehouders die mest willen gaan afzetten bij het nieuwe bedrijf.
‘Laat die varkensboeren maar mest naar de fabriek brengen, dat is veel interessanter.’ Zo luidde de stem van menig melkveehouder die avond. Volgens mede-eigenaar Berend Dunsbergen gaat die wens van melkveehouders niet op. „Het dreigende overschrijden van het fosfaatplafond is in zicht. En strengere maatregelen van de overheid zullen het gevolg zijn. Mest verwerken is dus noodzakelijk. Andere concepten zijn duurder of te ingewikkeld.”
Dunsbergen vraagt melkveehouders om na te denken over hun eigen mestoverschotten en vervangende verwerkingsovereenkomsten (VVO’s) van de komende jaren. Greenferm heeft 350.000 ton mest nodig om de fabriek te bouwen. Inmiddels is er al getekend voor 50.000 ton.
Poortgeld
Veehouders kunnen een overeenkomst afsluiten voor 1 euro per ton. Dat is 0,50 euro per ton bij inschrijving en de andere helft van het bedrag bij het verkrijgen van de vergunning. Daarbij komt een all-in tarief van 11 euro per ton poortgeld. De overeenkomst is geldig voor een periode van 10 jaar. Alleen bij bedrijfsbeëindiging is van de overeenkomst af te zien. Die strenge voorwaarden zijn volgens Dunsbergen nodig om afnemers garantie te geven.
Mest zal middels hygiënisatie worden verwerkt in de nieuwe fabriek op het ecofactorij-terrein in Apeldoorn. Hygiënisatie is kortgezegd een proces waarbij de dunne fractie uit mest, na een reinigingstraject, het riool in komt. De dikke fractie wordt verwerkt en ingepakt voor de export naar landen als Duitsland, Frankrijk en Italië. Ook ziet Dunsbergen - zelf ex-melkveehouder - een afzetmarkt voor sportvelden, golfbanen en tuincentra. „Ons eindproduct is een uitstekende vervanger voor kunstmest.”
Belang
Verschillende regionale besturen van LTO Noord zijn bij het project betrokken geraakt. „We gingen bloot het gesprek in”, aldus Gerard Groenen, penningmeester van LTO Zuidoost – Veluwe. „Al snel bleek dat Greenferm een goede oplossing biedt aan veehouders die met mestoverschotten kampen. Het hygiënisatieproces is in het klein gebouwd bij een veehouder. Daar vinden testen plaats, onder andere door de Wageningen Universiteit. We namen een kijkje en daarmee was er voor ons bewijs genoeg dat dit systeem werkt. Na veel en soms heftige gesprekken, ligt er nu een plan op tafel waar we allemaal achter staan. Alle veehouders hebben belang bij een fabriek als Greenferm.”
Voordeel
Veehouders krijgen uiteindelijk 50 procent winstdeling bij hogere opbrengsten uit de dikke fractie. Voor LTO leden geldt een voordeel van plus 10 procent en daarmee komt het winstdeel uit de dikke fractie uit op 60 procent.
Onzekere tijden
Na afloop van de presentatie werd gevraagd aan bezoekers wat zij van het plan van Greenferm vinden. Uit de reacties bleek dat bijna iedereen de noodzaak van mestverwerking inziet. Eerdere pogingen van mestverwerkingsfabrieken mislukten en zorgen nu voor scepsis. Daarnaast geven verschillende veehouders aan dat akkerbouwers liever rundermest aanvoeren dan varkensmest. Van rundermest mag veel meer aangevoerd worden dan van varkensmest. En mede daarom was een veelgehoord geluid in de zaal dat varkenshouders maar bij Greenferm moeten tekenen en dat er zo meer ruimte overblijft voor de melkveehouders. Een discussie die nog vervolgd wordt.
En toch waren de melkveehouders het wel met elkaar eens dat mestverwerken alleen van de grond komt als zij er allemaal achter gaan staan. „Liever allemaal een paar kuub laten verwerken, dan problemen krijgen in Brussel.” „En laten we wel wezen, die paar euro die mestverwerken op deze manier gaat kosten kunnen toch niet het faillissement van een melkveebedrijf betekenen.”
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Agrio archief