‘Mogelijk hogere kalverprijzen door minder import uit Duitsland’

Op dit moment worden er nog kalveren uit Duitsland geïmporteerd om aan de vraag in Nederland te kunnen voldoen. Volgens Swinkels betekent dit hogere transportkosten en extra administratieve lasten. „Dat moet allemaal betaald worden en dus kunnen we minder geven voor Duitse kalveren. In Duitsland zijn er effectief hogere kosten door onder andere transport en administratie. Dit heeft zijn directe beslag op de prijzen in Duitsland. Nu we meer kalveren in Nederland afnemen kunnen we hopelijk ook een betere prijs gaan betalen.”
Voorlopig geen grote fluctuaties
Voorlopig verwacht Swinkels echter nog geen grote fluctuaties in prijzen. De nukaprijzen zijn al weken stabiel. Op 5 mei noteert de prijs op de veemarkt in Leeuwarden tussen 90 en 165 euro voor zwart- en roodbonte stierkalveren.
Bij vaarskalveren verandert er ook weinig. Vaarskalveren zwart- en roodbont onder de 38 kilo blijven op 0 euro staan en boven de 48 kilo is de notering tussen 10 en 25 euro.
Swinkels zegt dat de tijd voorbij is dat voor kalveren een hogere prijs werd betaald in de maanden april en mei. „Jarenlang was Italië één van de weinige landen waar we het Nederlandse vlees naar afzetten. Met de feestdagen merkten we dan dat er meer vlees werd verkocht. Dat resulteerde in een hogere prijs voor nuchtere kalveren, acht maanden van te voren.”
De directeur vervolgd: „Tegenwoordig verkopen we vlees naar meer dan 60 verschillende landen. Die spreiding voorkomt een grote fluctuatie in de prijs.”
Prijsbepaling
Tegenwoordig zit de prijsbepaling als volgt in elkaar: de prijs die de consument wil betalen voor vlees, dus eigenlijk wat de supermarkt bepaald. En de grondstofprijzen voor de opfok van nuchtere kalveren tot slachtrijpe dieren. Daarnaast zijn arbeidskosten van invloed.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Ellen Meinen