Aanwijzingen voor tweede piek in muizenplaag

Met name in Friesland zorgde het ongedierte afgelopen jaar voor veel problemen. Binnen de cirkel Sneek, Joure en Lemmer hebben de muizen veel percelen al kaalgevreten. Maar aan de rand van dat gebied, tot aan Heerenveen toe, melden veehouders en onderzoekers meer activiteit. Signalen van muizenactiviteit die de veehouders aangeven zijn bijvoorbeeld: bewoonde holletjes, muizenmest en het heen en weer schieten van muizen.
Minder schademeldingen
Bij het schademeldpunt van LTO zijn de afgelopen week geen meldingen van schade meer binnengekomen. Dat is volgens van Stralen te verklaren: „In deze tijd van het jaar zijn de muizen het minst actief. De schade die bedrijven hebben is nu wel gemeld.” LTO spreekt dus over schade en activiteit, als twee losstaande onderwerpen.
Dat onderzoekers nu meer activiteit zien dan in dezelfde periode vorig jaar is op zijn minst zorgwekkend. Van Stralen vertelt dat muizen slechts op twee manieren uit te schakelen zijn: „Een strenge winter had de muizenplaag kunnen terugbrengen tot een normaal niveau. Maar we hebben niet te maken gehad met, voor muizen, ongunstige weersomstandigheden. Daarnaast kan een ziekte de muizenpopulatie terugbrengen tot een acceptabel niveau.”
Ingrijpen
Van Stralen vertelt dat het onderzoeksteam aanstaande donderdag bij elkaar komt, om maatregelen voor de korte termijn te bespreken. Dit onderzoeksteam staat onder leiding van Provincie Friesland en onderzoekers van Altenburg&Wijmenga en Alterra, aangevuld met onder andere LTO, het ministerie van Economische Zaken en het Waterschap.
„Ingrijpen moet voordat de muizenplaag haar piek heeft bereikt. Er zijn nauwelijks of geen maatregelen bekend die werken. We moeten nadenken over welke onorthodoxe manier past, bij een onorthodox probleem. Inbrengen van een ziekte behoort tot de mogelijkheden die we gaan bespreken”, aldus Van Stralen.
Tekst: Monica van der Hall
Beeld: Gerard Burgers