Kalveren hard voeren loont! Zorg voor expressie van genetische potentie

Recent onderzoek toont aan dat de genetische potentie beter wordt benut als we kalveren beter voeren en zorgen dat ze niet ziek worden in de eerste levensweken. Deze kalveren groeien harder in de eerste weken. De expressie van de genen, dus hoe een kalf zich ontwikkeld, wordt sterk beïnvloed door de kwaliteit en de hoeveelheid voeding en de afwezigheid van ziekten. Dit proces noemen we ook wel epigenetica of metabolisch programmeren. Metabolisch programmeren werkt het meest effectief bij een ongeboren kalf en in de eerste 8 levensweken van een kalf. Gemiddeld wordt maar liefst 40% van de genetische potentie niet benut, omdat we onze vaarskalfjes niet optimaal opfokken.

Verbeterde uierontwikkeling

De ontwikkeling van uierweefsel is essentieel voor de toekomstige productiviteit van de koe. Een onderzoek uit 2005 door Brown et al. vond overtuigend bewijs dat kalvergroei in de eerste acht levensweken een sleutelfactor is bij het stimuleren van uierkwaliteit bij kalveren en vaarzen. Een voedingsschema in de melkperiode waarin een hoge gemiddelde daggroei wordt gehaald (meer dan 850 gram groei in de melkperiode van een kalf) resulteert in een optimale ontwikkeling.

Dus genetica is belangrijk, maar vergeet niet om deze genetische potentie te benutten.

Gezonde kalveren, daar draait het om. Alleen gezonde kalfjes kunnen hard groeien en maximaal hun genetische potentie benutten.

In het schema is te zien welke factoren invloed hebben op de gezondheid van een kalf en welke relatie ze hebben tot elkaar. Een juist biestmanagement, een kloppend voedingsschema, een goede hygiëne rondom het kalf en een optimale huisvesting zijn de hoofdfactoren.