Feedbeet: de biet als voedergewas

Ervaringen met dit product in het buitenland (Denemarken en Verenigd Koninkrijk) leert dat de drogestofopname positief wordt beïnvloed bij toevoeging van feedbeet in het rantsoen. Dit komt doordat het totale rantsoen smakelijker wordt. De kosten per kilogram drogestof van feebeet komen gunstig te liggen in vergelijking met andere gewassen. Ook de gewasdiversificatie van het GLB zorgt ervoor dat de vraag naar dit (3e) gewas toeneemt.
Teelt
De teelt van de biet is vergelijkbaar met de teelt van suikerbieten. Op dit gebied zal de teler of loonwerker weinig verrassingen tegenkomen. Door het hogere drogestofgehalte wordt de bewaarbaarheid positief beïnvloed. Verder is de drogestofproductie per hectare iets bijzonders. Andere mogelijkheden liggen in het feit dat de mechanisatie rond de verwerking van de biet aanzienlijk is verbeterd. In 1950 werden de bieten met de hand gerooid en ook met de hand ‘vermalen’. De techniek van nu zorgt ervoor dat we de bieten kunnen rooien en ontbladeren zonder de kop te beschadigen (betere bewaring).
Voeren
De vervoedering van dit product op een melkveebedrijf is momenteel eenvoudig inpasbaar. De melkveehouder heeft keuze om de biet op verschillende manieren te verwerken zonder dat hier grote investeringen voor nodig zijn. Vaak wordt de tarra als negatief ervaren. Deze is echter op het geheel een kleine factor. Vaak zit in een graskuil meer grondtarra dan in een feedbeet kuil. Ook het rooien van de bieten en de grondsoort bepalen voor een groot gedeelte het tarrapercentage.
Praktijkpercelen
In 2014 zijn in Nederland verschillende praktijkpercelen gezaaid in geheel Nederland. Hier worden proeven gedaan met de teelt van Feedbeet. KWS Benelux BV test momenteel 2 rassen in Nederland. De rassen zijn Rhizomanie resistent en Rhizoctonia resistent. Deze rassen zijn verkrijgbaar via de zadenleverancier in de regio.