Protocol bevingsschade kelders gereed

Met deze studie en dit protocol, wordt tegemoetgekomen aan de veelgehoorde zorg van agrariërs, over schade aan mestkelders en drainage door aardbevingen. Volgens LTO-noord wordt hiermee perspectief geboden aan de agrarische sector, die ook getroffen wordt door de gevolgen van aardbevingen.
Gevolgen drainage onduidelijk
Op basis van een drietal pilot studies en expert sessies is geconcludeerd dat het aannemelijk is dat er schade kan ontstaan aan mestkelders door aardbevingen. De gevolgen van aardbevingen en bodemdaling op drainage is vooralsnog onduidelijk en zal met een vervolgstudie nader onderzocht worden. Blijkt dat schade verband houdt met de bevingen, dan vergoedt NAM het aandeel dat veroorzaakt is door die bevingen.
„Schade door aardbevingen wordt altijd vergoed, daar staan wij voor. Daarom is het voor LTO Noord, NAM en vooral voor de agrariërs in de regio van belang dat er een protocol is dat toegesneden is op deze problematiek. Nu kunnen we op een onderbouwde manier compensaties aanbieden voor aardbevingsschade”, aldus Projectmanager agrarische sector Michiel de Koe van de NAM.
Monitoren
Het komende jaar blijft Grontmij kelders en drainage monitoren. „Dit waren momentopnames. Wij gaan bekijken wat de verschillen in bijvoorbeeld hoogtemetingen zijn vlak na een beving, maar ook op de langere termijn”, aldus accountmanager Aardbevingen Berthold Berger van Grontmij.
Het onderzoek heeft geleid tot een breed gedragen en werkbaar protocol. Om het protocol uit te voeren, is specifieke expertise van de schade-expert noodzakelijk. Dit houdt in dat de schade-afhandeling voor de agrarische sector uitgevoerd zal worden door schade-experts die bekend zijn met de problematiek van de sector. In 2015 zullen schademeldingen van agrariërs op basis van het nieuwe protocol in behandeling genomen worden.
Enquête
Hilbrand Sinnema, Provinciaal Voorzitter Groningen van LTO Noord, geeft aan verheugd te zijn met het gereed komen van de protocollen. „Wij zijn al lange tijd bezig om er voor te zorgen dat schade aan mestkelders en drainage bij onze leden wordt onderzocht. Begin 2013 hebben we een enquête gehouden onder onze leden, waaruit deze zaken als belangrijkste knelpunten naar voren kwamen.”
Omdat de objecten zich ondergronds bevinden en er tot op heden nog geen ervaring was opgedaan met dergelijk onderzoek, zijn deze dossiers aangehouden. Met het gereed komen van de onderzoeksprotocollen kan nu gestart worden met de afhandeling van de schademeldingen. „Dat is goed nieuws”, aldus Sinnema.