‘Goede ondernemer heeft tijd over’
Dit gaf Andries-Jan de Boer van 3D agro advies en praktiserend melkveehouder, afgelopen vrijdag de aanwezige veehouders mee bij de Ondernemersdag rundvee in Zelhem (GD), georganiseerd door voerbedrijf Agruniek Rijnvallei.
Plezier van personeel
De Boer hoort vaak in gesprekken met veehouders dat ze het bedrijf zo willen inrichten dat ze niet met personeel hoeven te werken Mede uit de ervaring met personeel op zijn eigen melkveebedrijf erkent hij dat er nadelen zijn om met personeel te werken, maar je ondervindt ook het plezier er van. „Je kunt het werken met personeel leren. Daar staat tegenover dat personeel wel rendabel gemaakt moet worden.”
„Personeel kost gemiddeld rond de 5 cent per liter melk uitbreiding”, stelt De Boer. „Vroeger hadden de boeren allemaal personeel maar dat verdween met de mechanisatie. Nu wordt dat in beginsel nog meer beperkt door automatisering, maar door groei van bedrijven en de wens van de veehouder voor een normaal sociaal leven zal de personeelsinzet toch groeien”, is hij van mening.
Eerst marge creëren dan uitbreiden
De Boer gaf in zijn presentatie handvaten hoe een veehouder er voor kan zorgen dat hij inkomen uit zijn bedrijf houdt. „De break-even melkprijs is sinds het ‘rampjaar’ 2009 verhoogd van 30 naar 40 cent per kilo melk.”
Om de kostprijs te verlagen kiezen veel veehouders ervoor om te groeien. Factoren die deze groei beperken zijn stal, arbeid, milieu, grond en voer. Volgens de Boer doen veehouders er verstandig aan om de huidige ‘harde’ productiemiddelen goed te benutten voor ze investeren in uitbreiding. „Er moet eerst marge gecreëerd worden en dan pas uitbreiden.”
Bufferen
Om jaren met een lagere melkprijs op te vangen, is het volgens De Boer belangrijk om buffer in te bouwen. „Veel veehouders hebben afgelopen jaar geïnvesteerd vanaf de rekening courant. De vraag is wat is voor je gemoedstoestand beter, investeren door goedkoop hypothecair geld te lenen bij de bank en wat geld bufferen, of investeren vanaf rekening courant en bij de bank aankloppen als het krap wordt.”
Na het quotumtijdperk wordt de voerefficiëntie en het voersaldo volgens De Boer nog belangrijker „De kern is hoe efficiënt zet ik ruwvoer en krachtvoer om in melk. Daarnaast is en wordt de jongveebezetting een belangrijk getal. Een lage vervanging levert direct financieel resultaat op, en verbeterd het eventueel gewenste uitbreidingsperspectief”, aldus de Boer.
