P-efficiëntie beïnvloed door eiwit in melk

Dit presteerde Klop op een seminar van Provimi tijdens de Rundvee en Mechanisatie Vakdagen (RMV) in Hardenberg.
Variatie
Door de studies met elkaar te vergelijken kwam Klop tot de conclusie dat organisch gebonden fosfor in melk een constante factor is. Daartegenover bleek de niet-organisch gebonden fosfor nogal wat te variëren, terwijl in de praktijk met een vaste waarde voor fosfor wordt gerekend. Het eiwit- en lactosegehalte in de melk bleek de meeste invloed te hebben op dit variabele fosforgehalte.
In een voorbeeld toonde Klop aan dat wanneer het eiwitgehalte steef van 3,4 naar 3,57 procent en het lactosegehalte van 4,57 naar 4,8 procent, de fosfaatefficiëntie steef van 40 naar 44 procent.
Overmaat aan fosfor
Volgens de onderzoeker bevatten de huidige melkveerantsoenen in Nederland over het algemeen een overmaat aan fosfor. Vanwege de huidige fosfaatwetgeving is het de uitdaging om te kijken naar de fosfaatefficiëntie van de veestapel.
Op dit moment wordt de veilige ondergrens van 3,4 gram fosfor per kilo drogestof gehanteerd, maar ligt volgens Klop de werkelijke behoefte lager. Ze is van mening dat er tot op heden nog te weinig onderzoek is gedaan naar de werkelijke fosfaatbehoefte van de koe.