Onderzoek moet meer handvatten geven voor gebruik kruiden in grasland

Het project BioDiverseMelk is een intiatief van verschillende partners, maar wordt geleid door Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) en de WUR. Projectleider Marije Strikwold van Hogeschool VHL benadrukt dat er al veel onderzoeken over kruidenrijk grasland beschikbaar zijn.
Melksamenstelling
„Ons eerste doel was dan ook om al deze kennis te bundelen en op een handzame manier te presenteren. Ons onderzoek is vervolgens tweeledig; aan de ene kant onderzoeken we de effecten van kruiden op methaanemissies en stikstofbenutting, aan de andere kant analyseren we de melksamenstelling na inname van een bepaalde hoeveelheid kruiden”, zegt Strikwold.
Tijdens het project worden er diverse ‘response’ proeven uitgevoerd. Dit gebeurt op de Dairy Campus in Leeuwarden. Volgens de onderzoekers is de manier van werken en de methode hierbij uniek. “We hebben kruiden in monocultuur gezaaid. Op basis van 3 - 6 - 9 kg drogestof van het kruid per dag per koe bekijken we wat de respons is op verschillende parameters ten aanzien van emissies en melksamenstelling”, volgens onderzoeker van zowel de WUR als Van Hall Larenstein, Ronald Zom.
Verwaardingsmogelijkheden
„Het mooie is dat wij de veehouder dan straks concrete informatie kunnen geven over hoeveel kruiden hij idealiter zaait. Maar ook over de te verwachten effecten op stikstofbenutting, methaanemissie en melkproductie van zijn bedrijf”, zegt Zom. Ook economische verwaarding van kruidenrijk grasland is een onderdeel van het project. „In september van dit jaar start een groep studenten met het onderzoeken van verwaardingsmogelijkheden van kruidenrijke melkstromen”, vertelt Marije Strikwold.
Onderzoeker Zom heeft alvast één aspect om daarin mee te nemen. „Wij proberen methodes op te zetten om melk te screenen op aanwezigheid van stoffen. Melkstromen van kruidenrijke weiden kunnen dan eenvoudig geïdentificeerd en vervolgens verwaard worden. Ten opzichte van de traditionele manier van controle door inspecteurs is deze manier zeer kostenefficiënt voor de keten en tijdbesparend voor de melkveehouder.”
Er is voor het onderzoek ook een longlist van 80 kruiden en grassen opgesteld op basis van bestaande literatuur en deze geeft informatie over onder meer de standvastigheid, geschiktheid voor verschillende grondsoorten, beworteling, diergezondheid en voederwaarde van kruiden.
Praktijk
Deze lijst wordt uiteindelijk opgenomen in een definitieve database om veehouders zoveel mogelijk handelingsperspectief te bieden. Op basis van de longlist zijn vier kruiden geselecteerd door de onderzoekers die meegenomen worden in de gecontroleerde proeven op de DairyCampus. Naast alle gecontroleerde proeven op Dairy Campus worden verschillende effecten ook in de praktijk bij melkveehouders onderzocht.
Tekst: Thije Jansen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen Universiteit