Duitse megabedrijven komen goed mee

Op enkele van deze topbedrijven zijn de koeien gemiddeld 38 maanden in productie. Het vervangingspercentage varieert bij de topbedrijven van 22,3 tot 34,3 procent. Het percentage doodgeboorten varieert van 3,8 tot 6,7 procent en het percentage kalversterfte schommelt tussen de 0,9 en 3,1 procent.
Management doorslaggevend
De hoogste bedrijfsmelkproducties gaan samen met de laagste vervangings-en uitvalspercentages, concludeert het IVM. Opnieuw wordt bevestigd dat het management doorslaggevend is.
Gemiddelde levensproductie
In totaal deden 35 IVM-bedrijven mee aan de bedrijfsvergelijking in 2013. Gemiddeld telde de veestapel 1.148 koeien. Per koe leverden deze bedrijven gemiddeld 9.104 liter melk per jaar aan de fabriek. De levensproductie per koe bedraagt 26.040 liter melk.
Gemiddeld zijn de koeien 32,2 maanden in productie en het vervangingspercentage bedraagt 34,3 procent. Het percentage doodgeboorten bedraagt 7,2 procent gemiddeld en de kalversterfte is 3,5 procent.
Slachtwaarde en ruwvoer
Aan de technische resultaten wordt niet door ieder lid van het IVM hetzelfde belang gehecht. Het is van groot belang welk deel van de melkproductie is te danken aan ruwvoer en ook de slachtwaarde speelt een grote rol. Een melkkoe kan de laatste jaren na een vleesproductieperiode meer dan 1000 euro opbrengen aan de slachthaak.
Bron: Agrarmanager