
De winst van een goede verteerbaarheid

Minder voerkosten, meer rendement
Maximaal melk produceren uit ruwvoer zorgt voor de laagste voerkosten. Snijmais levert de energie die hard nodig is voor een goede en gezonde melkproductie. De energie in snijmais komt voor bijna de helft uit zetmeel. De restplant (celwanden) leveren 25 tot 33% van de energie. Hier speelt celwandverteerbaarheid een sleutelrol: hoe hoger deze NDF-verteerbaarheid, des te meer energie komt er vrij uit de celwanden. Tussen maisrassen bestaan hier grote verschillen in, met een variatie van 45% tot 60% celwandverteerbaarheid.
De winst van een hoge celwandverteerbaarheid is duidelijk te zien op de kuilanalyse: het levert tot wel 75 VEM per kg ds extra! Dus meer melk uit elke kilogram ruwvoer. Bij gelijke teeltkosten, verhoogt dit je rendement. Bekijk maisrassen met de hoogste verteerbaarheid >>
Kringloopwijzer en milieu
In de Kringloopwijzer draait het om mineralenefficiëntie. Hierdoor wordt ruwvoerbenutting nóg belangrijker: meer liters melk uit ruwvoer betekent een efficiëntere benutting van mineralen, en dus een betere score in de Kringloopwijzer. De energie uit mais zorgt voor een efficiënte stikstofbenutting én remt de vorming van methaan in de pens.
Zetmeelaanbod- en kwaliteit
De energie uit het zetmeel komt deels in de pens (onbestendig zetmeel) en deels in de darmen (bestendig zetmeel) vrij. Tussen de beschikbare maisrassen bestaan aanzienlijke verschillen in zetmeelgehalte en bestendigheid. Door deze goed af te stemmen op de hoeveelheid gras in je rantsoen, stijgt je voerefficiëntie:
- Voer je veel gras, kies dan een zetmeelrijk ras. De LG rassen met veel zetmeel én een hoge onbestendigheid herken je aan het Starplus label
- Voer je veel mais, dan is een gematigd zetmeelgehalte veiliger. Rassen als LG 31.214 passen hier perfect, met een hoge VEM/kg ds en een wat lager zetmeelgehalte.
Meer melken uit eigen ruwvoer
Kies jouw maisrassen hier > of vraag je ruwvoerspecialist om advies op maat: